Dit begrotingsjaar wordt voor het landelijk gebied een uitdagend jaar. Wij staan daarbij een integrale, brede aanpak van het landelijk gebied voor. Voor de toekomst van het landelijk gebied is het noodzakelijk dat herstel van de natuur en een duidelijk perspectief voor de landbouw hand in hand gaan. Een helder perspectief richting een volhoudbare landbouw is cruciaal, ook voor de voedselvoorziening. Herstel van de biodiversiteit en het bereiken van goede milieucondities zijn noodzakelijk voor een gezonde leefomgeving. We werken daar samen aan met landbouwers, natuurbeheerders en alle andere partners in Zeeland.
Met het concept-Gebiedsprogramma geven we invulling aan dit doel. In 2024 maken we op basis van deze brede aanpak verdere afspraken met het Rijk maken en stellen we het definitieve Gebiedsprogramma vast. Met het uitgangspunt van de volhoudbare landbouw en de daaraan gekoppelde thema’s hebben we als provincie een heldere visie op het toekomstperspectief voor de landbouw. Dat hebben we uitgewerkt in het gebiedsprogramma met concrete maatregelen. Belangrijke Zeeuwse aandachtspunten hierin zijn:
- Het verbeteren van de beschikbaarheid van zoet water.
- Het verbeteren van de bodemkwaliteit in relatie tot gerichtere bemesting.
- Het verder ontwikkelen van de gewasbescherming in relatie met de functionele agrobiodiversiteit.
Als wij dit perspectief samen met de sector kunnen invullen en verzilveren zal dat tegelijkertijd leiden tot het terugdringen van verliezen van veldemissies en uitspoeling (waterkwaliteit). Daarnaast zullen wij ons inspannen de keten intensiever te betrekken bij het verder ontwikkelen van dit perspectief. Verdienvermogen van de agrarische ondernemer is namelijk een onlosmakelijk onderdeel van een volhoudbare landbouw. De biodiversiteit en de kwaliteit van de natuur staat ook in Zeeland onder druk. Versterking van de biodiversiteit is van belang. Voor de mensen, en voor de landbouw. Dat staat niet ter discussie.
De natuur is in Zeeland verweven in de verschillende Zeeuwse waardevolle landschappen. De natuur binnen deze verschillende landschappen is in kwaliteit en omvang nog niet op orde. Met name de staat van instandhouding van soorten en habitats van buitendijkse gebieden (kust- en deltawateren), delen van de duinen en het agrarisch gebied zijn matig tot zeer ongunstig. Dit heeft een aantal oorzaken die om een brede aanpak van versterken en herstel vragen. Dat betekent werk aan de winkel. De Zeeuwse natuurmonitor laat zien dat de huidige beleidsinspanningen effect hebben, maar een extra inspanning is noodzakelijk. We blijven daarom inzetten op:
- Het op orde houden van de basis: bescherming van de natuur en inzet op een actief natuurbeheer, faunabeheer en soortenbeleid.
- Het nakomen van de gemaakte afspraken voor natuurherstel en –ontwikkeling.
- Kansen benutten voor biodiversiteitsherstel (Vogel- en Habitat Richtlijn).
Om tot echt herstel van de biodiversiteit te komen is meer nodig dan alleen bescherming van de bestaande natuur. Dat wat verdwenen is vraagt, waar mogelijk, om herstel. Zonder afbreuk te doen aan biodiversiteit willen we, uitgaande van de wettelijke kaders, onderzoeken of elke soort of habitat daadwerkelijk tot elke prijs in Zeeland moeten behouden. Alle sectoren hebben belang bij herstel en kunnen daar een bijdrage aan leveren. Het landelijke traject van de natuurinclusieve samenleving laat zien dat hier volop kansen en win-winsituaties liggen. Hiervoor is al het voorbeeld van het agrarisch natuurbeheer genoemd. Op basis van een Zeeuwse verkenning van de mogelijkheden zullen we u in dit begrotingsjaar hier nadere voorstellen voor doen. Dit doen we naast de al lopende Zeeuwse projecten.
Juist in een voor het landelijk gebied uitdagende tijd is het belangrijk om bewoners en toeristen te betrekken bij het landelijk gebied, bij de natuur, bij de landbouw. We moeten blijven investeren in de aantrekkelijkheid en de beleefbaarheid van het landelijk gebied. We blijven daarom inzetten op de door uw Staten vastgestelde Nota Natuurbeleving: we gaan verder met het stimuleren van een toeristisch mobiliteitsnetwerk met wandel- en fietsknooppunten. Ook gaan we door met de aanleg van voorzieningen om natuur- en landschapswaarden zichtbaar en beleefbaar te maken. Zo worden de (natuur)gebieden nog toegankelijker. Tot slot geven we aandacht aan de (ontstaans)geschiedenis van het landschap, waaronder de verkrijging van de status Unesco Geopark voor de Schelde Delta. De aanvraag voor deze status is inmiddels ingediend. In het begrotingsjaar zal duidelijk worden wat de uitkomst is en zullen we invulling geven aan het vervolg.