Algemene uitgangspunten
Het uitgangspunt is dat de opbrengsten van zowel heffingen als leges niet hoger mogen zijn dan de lasten die betrekking hebben op de activiteiten. Tot de lasten worden gerekend alle materiële kosten en de salarislasten inclusief overhead die betrekking hebben op de heffing. Iedere 4 jaar wordt het tarief verhoogd voor inflatie. Als blijkt dat het in rekening te brengen tarief ver beneden de kostprijs ligt, wordt een grotere stijging doorgevoerd dan de inflatiecorrectie.
Grondwaterheffing
Onder de naam ‘grondwaterheffing’ wordt een directe provinciale heffing geheven voor het onttrekken van grondwater. De opbrengst van deze heffing wordt gebruikt om de kosten die we hiervoor maken te dekken. Het betreft specifieke kosten van het voorkomen en tegengaan van de nadelige gevolgen van onttrekkingen en infiltraties en van onderzoeken in relatie tot het grondwaterbeleid. De provinciale grondwaterheffingen worden door de provincies geheven op grond van de Grondwaterwet en de provinciale grondwaterheffingsverordening 2010.
Verhouding geraamde opbrengsten – geraamde kosten?
De baten grondwaterheffing 2019 bedragen € 175.600. De baten bestaan voor een groot deel uit inkomsten waarbij de onttrekking permanent is. Daarnaast is er jaarlijks opbrengst van de grondwaterheffing waarbij de onttrekking van het grondwater incidenteel is.
De materiële lasten van de grondwaterheffing over 2019 bedragen € 173.800. Dit betreffen kosten voor afdracht aan het IPO collectief (€ 18.900), onderhoud grondwatermeetnet en databeheer (€ 29.000) en diverse projecten voor grondwateronderzoek- en ontwikkelkosten (€ 125.900). Omdat de lasten van de grondwaterheffing ook gemaakt worden binnen de personeelslasten die niet direct toegerekend worden aan de lasten met betrekking tot grondwaterheffing zijn de lasten moeilijker inzichtelijk te maken dan de baten. De beste benadering om inzicht te krijgen in de lasten is door inzicht te krijgen in het aantal fte. dat belast is met de werkzaamheden aan betreffende leges en tegen welk uurtarief (afhankelijk van inschaling) inclusief overheadkosten. De loonkosten bedragen € 77.300 per jaar en de overheadkosten € 38.600. Een overzicht van de mate van kostendekkendheid is opgenomen in bijlage 1