Goed openbaar bestuur draagt bij aan de kwaliteit van de samenleving en aan de welvaart. Het provinciebestuur zet zich in om de kwaliteit van dat openbaar bestuur te vergroten.
De laatste decennia hebben zich gekenmerkt door grote decentralisaties van Rijkstaken naar de gemeenten en provincies. Zo werden de beleidsvelden regionale economie en natuur naar de Provincies gedecentraliseerd en werd het sociaal domein bij de gemeenten ondergebracht.
De laatste jaren dringt het besef door dat de opgaven waar de overheden voor staan te complex zijn om deze via alleen structuuroplossingen tot stand te brengen. De boodschap van het Interbestuurlijk programma, dat in 2018 is gepubliceerd, is dat alle overheden zullen moeten samenwerken als ware er één overheid. Dat is nodig om oplossingen rond klimaat, energie en economische ontwikkeling te realiseren.
In de jaren 2016-2018 heeft de provincie met de implementatie van het advies van de commissie Balkenende, de Proeftuin Maak Verschil, het rapport ‘#Hoedan? en de regiodeal met het Rijk al belangrijke stappen gezet in de samenwerking met de mede-overheden en de triple helix samenwerking. Zichtbare resultaten zijn de economic board, de gezamenlijke fondsvorming met gemeenten en een versterkte organisatie van Public Affairs. Met de vorming van het OZO – het overleg van Zeeuwse Overheden - wordt een belangrijke stap gezet in het stroomlijnen van de overlegvormen en het professioneel ondersteunen daarvan (regiobureau). De Tafel van 15, het beraad IJzendijke en de stuurgroep Maak Verschil zijn in 2019 in het OZO geïntegreerd.
Zeeland heeft echter niet alleen een ‘interne’ samenwerkingsnoodzaak. Door haar strategische ligging ontleent Zeeland belangrijke (economische) kansen aan de samenwerking met Vlaanderen, met Brabant en met Zuid Holland. Verder zijn het Rijk, en Europa belangrijke partners om opgaven te kunnen realiseren.
Om naar buiten effectief te kunnen optreden, is eendrachtige samenwerking binnen Zeeland noodzakelijk. Alhoewel daarin belangrijke stappen zijn gezet, resteren er ook nog voldoende uitdagingen. We zien nog (te) weinig aandacht en organisatiekracht voor de regionale vraagstukken en een gemeenschappelijke agenda. De inzet op samenwerking zien we daarom niet als vrijblijvend, maar als noodzakelijk om aan de gezamenlijke opgaven voor Zeeland invulling te kunnen geven.
In andere provincies spelen vaak dezelfde vraagstukken. Daarom werken we samen in IPO-verband. Vooral met Fryslân zien we veel gelijkenissen. Het maakt het zinvol ervaringen uit te wisselen en vaker gezamenlijk op te trekken naar het Rijk. De samenwerking die we met Fryslân hebben opgezet, en waar ook BZK bij is betrokken, is in 2019 gecontinueerd.
Ook voor de rol van Provinciale Staten hebben de hierboven beschreven ontwikkelingen consequenties. Waar de opgaven samen met andere partijen moeten worden opgepakt en gedefinieerd, krijgt de rol van Provinciale Staten bij netwerksturing meer vorm. In 2018 zijn hiermee de eerste ervaringen opgedaan. In 2019 is door de NSOB een rapport over netwerksturing uitgebracht. In 2019 hebben de verkiezingen plaatsgevonden voor Provinciale Staten. Door Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten zijn de strategische opgaven bepaald. In dat kader zijn een aantal acties uitgevoerd, gericht op opkomstbevordering, op het aanbieden van een handreiking voor een nieuw coalitieakkoord en het inwerken van de nieuwe volksvertegenwoordigers.
De CvdK heeft daarnaast een eigenstandige rol als Rijksorgaan en schakel tussen Provinciale en gedeputeerde Staten.