Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf gaan we in op het beheer en onderhoud van de provinciale kapitaalgoederen. Het gaat daarbij om de eigendommen van de Provincie met een meerjarig nut en de daarbij behorende instandhoudingskosten (beheer en onderhoud). Hiertoe behoren de provinciale infrastructuur en de gebouwen in ons bezit. Deze onderdelen worden in de begroting met name verantwoord binnen het programma Regionale Bereikbaarheid en het programma overhead. Deze onderdelen lopen door de gehele begroting heen en zijn veelal financieel omvangrijk.

We gaan in deze paragraaf in op het beleid ten aanzien van het onderhoudsniveau, de huidige onderhoudsstaat en de onderhoudsplannen. Het in stand houden van de provinciale kapitaalgoederen wordt in drie categorieën ingedeeld: klein/dagelijks onderhoud, groot onderhoud en vervanging/reconstructie. De geraamde instandhoudingskosten van de provinciale kapitaalgoederen worden in deze paragraaf gepresenteerd.

Hieronder wordt dit voor de volgende kapitaalgoederen uiteengezet: infrastructuur en provinciale gebouwen. Riolering is een onderdeel dat niet van toepassing is.

Speerpunten

Terug naar navigatie - Speerpunten
  • Verdere implementatie assetmanagement
  • Instandhouding van de provinciale infrastructuur, waarbij zij minimaal voldoet aan de basis (wet- en regelgeving en goed rentmeesterschap)
  • Groot onderhoud via onderhoudsreserve infrastructuur
  • Geen achterstallig onderhoud

Acties

Terug naar navigatie - Acties

 

Doelstellingen 2020 Realisatie
Verankering Assetmanagement In 2020 lag de focus in de implementatie van asset management op het versterken van de dienstverlening. Met de vaststelling van de Visie op de buitendienst (infra en nautische centrale) en de Visie op verkeersmanagement is er een stevig fundament gelegd.
Nadere uitwerking Beheerkader Infrastructuur Provincie Zeeland in Uitvoeringsstrategieën per (infrastructureel) kapitaalgoed, waaronder het kapitaalgoed natte kunstwerken

Bij aanvang van 2020 waren reeds drie Uitvoeringsstrategieën vastgesteld, te weten: droge kunstwerken, verhardingen en elektrotechnische verkeersvoorzieningen. Voor deze kapitaalgoederen werd voor wat betreft het groot onderhoud al gewerkt met een onderhoudsreserve infrastructuur. In 2020 zijn ook de Uitvoeringsstrategieën voor groen en openbare verlichting vastgesteld. De uitvoeringsstrategie voor natte kunstwerken is in 2020 niet afgerond. Vanwege het lopende onderzoek naar het meerjarenonderhoudsprogramma van de Zeelandbrug en de nauwe samenhang met de uitvoeringsstrategie Natte Kunstwerken, is besloten deze uitvoeringsstrategie in 2021 op te stellen.

Volledigheid en actualiteit integraal informatiebeheersysteem  
Onderhoud (monumentale) panden Abdijcomplex Het onderhoud wat voor 2020 in het BOS gepland was is grotendeels uitgevoerd. Enkele geplande onderhoudsactiviteiten worden in 2021 uitgevoerd i.v.m. de corona-crisis waardoor er vertragingen in leveringen en uitvoering ontstaan zijn.
Aanpassing gebouwen in het kader van Flexibel Werken In verband met de corona-crisis en de verwachting dat de organisatie na deze crisis anders zal gaan werken dan voor de crisis zijn nog niet alle aanpassingen doorgevoerd. Op dit moment wordt er gewerkt aan een lange termijnvisie huisvesting waarin aanpassingen aan de gebouwen worden meegenomen.
Implementatie Hospitality-concept (aanpassing hoofdingang Heerenlogement + aanpassing aangrenzende vergaderruimten) en ontwikkeling netwerkruimte t.b.v. externe samenwerking Op een enkel restpunt na is de verbouwing van de hoofdingang en de realisatie van de netwerkruimte afgerond.

 

Infrastructuur

Terug naar navigatie - Infrastructuur

De Provincie is als (vaar)wegbeheerder verantwoordelijk voor het in stand houden van de provinciale infrastructuur. In die rol dient de Provincie ervoor te zorgen dat het areaal in goede staat van onderhoud verkeert en voldoet aan de eisen die daaraan op grond van vigerende wet- en regelgeving en beleidsplannen wordt gesteld. In tabel 1 is een globaal overzicht gegeven van het provinciaal areaal.

Tabel 1 – Provinciaal areaal infrastructuur (afgerond)

Wegen

Hoofdrijbaan

400 km

Fietspaden

280 km

Parallelwegen

110 km

Civiele kunstwerken

260 stuks

Verkeersregelinstallaties

25 stuks

Lichtmasten

3.300 stuks

Bewegwijzering

1.400 stuks

Water

Vaarweg

15 km

Beweegbare bruggen

7 stuks

Sluizen

4 stuks

Groen

Berm

600 hectare

Bomen

24.000 stuks

In 2020 is gewerkt aan de verdere implementatie van assetmanagement, waardoor de instandhouding van de provinciale wegen en vaarwegen doelmatiger georganiseerd wordt. Het Beheerkader Infrastructuur Provincie Zeeland (vastgesteld door Provinciale Staten in maart 2018) vormt de basis voor het verankeren van assetmanagement in de provinciale werkwijze. Hierin is de knip gemaakt tussen wat we als beheerder van infrastructuur wettelijk gezien moeten doen (basis), en wat we op grond van ambities daarop aanvullend nog willen bereiken (beleid). Bij het in stand houden van de infrastructuur wordt gekeken naar de prestaties die de kapitaalgoederen moeten leveren, de kosten die daaraan verbonden zijn en de risico's die daarbij acceptabel zijn.

Tabel 2 – Vastgestelde ambitie infrastructurele kapitaalgoederen  
Thema Vastgestelde ambitie
Droge kunstwerken Basis
Natte kunstwerken Basis
Elektrotechnische Verkeersvoorzieningen Basis
Verhardingen Basis
Groen Basis + Beleid (ecologisch bermbeheer)
Dienstverlening Basis + Beleid (Incident Managent)
Overige infrastructurele kapitaalgoederen Basis

Als nadere uitwerking van het Beheerkader wordt per infrastructureel kapitaalgoed (thema) een Uitvoeringsstrategie (beheerplan) opgesteld. Daarin wordt per kapitaalgoed onder meer omschreven op welke wijze we omgaan met de instandhouding, de knip tussen basis en beleid en de meerjarige kosten die daarmee gepaard gaan. Bij aanvang van 2020 waren reeds de uitvoeringsstrategieën voor droge kunstwerken, elektrotechnische verkeersvoorzieningen en verhardingen vastgesteld. In 2020 zijn de Uitvoeringsstrategieën voor groen en openbare verlichting vastgesteld. Vanwege het lopende onderzoek naar de meerjarenonderhoudsprogramma van de Zeelandbrug en de nauwe samenhang met de uitvoeringsstrategie Natte Kunstwerken, is besloten deze Uitvoeringsstrategie in 2021 op te stellen.  Als gevolg van capaciteitsproblemen bij de NBd, onze partner die voor de Provincies de planvorming en uitvoering van de bewegwijzering verzorgt, is het ook niet gelukt om de uitvoeringsstrategie voor dat thema vast te stellen. 

Het integraal informatiebeheersysteem is hierbij ondersteunend en voor de meest omvangrijke assets geactualiseerd. De actuele gegevens in dit systeem maken het mogelijk een solide doorrekening te maken met een doorkijk van minimaal 10 jaar. Deze onderhoudsplanningen in combinatie met de daaraan ten grondslag liggende Uitvoeringsstrategieën hebben het mogelijk gemaakt een onderhoudsreserve in te stellen, van waaruit de kosten van het groot onderhoud gedekt worden. Zodra de Uitvoeringsstrategieën van de andere kapitaalgoederen vastgesteld zijn, zullen ook die middelen (groot onderhoud) aan de onderhoudsreserve toegevoegd worden.

Op het gebied van organisatiestructuur is in 2020 verder ingezet op koers uit de voorafgaande jaren: de team- en taakindeling zijn inmiddels vormgegeven, zodanig dat deze aansluit bij de werkwijze van assetmanagement. De focus lag in 2020 op het toekomstbestendig inrichten van de buitendienst en de daarbij behorende dienstverlening. Aan deze doelstelling is volledig voldaan met het vaststellen van de Visie op de Buitendienst en de Visie op Verkeersmanagement.

Met het verankeren van assetmanagement in de organisatie, verbetert het inzicht in meerjarige onderhoudsplanningen en de mogelijkheid tot het maken van een integrale afweging van instandhoudingsmaatregelen binnen én tussen de verschillende kapitaalgoederen. Daarnaast vindt afstemming plaats met de plannen op het gebied van de investeringsagenda wegen (instandhouding in relatie tot nieuwbouw). Bij de uitvoerende taken zoeken we tevens afstemming en samenwerking met andere wegbeheerders binnen Zeeland.

Onderhoudskosten infrastructuur

Tabel 3 – Kosten onderhoud infrastructuur (× € 1.000)
Categorie Begroting Begroting na wijziging Realisatie Verschil
Wegen 9.290 9.376 7.503 1.873
Vaarwegen 2.399 3.578 3.254 324
Groen 1.094 1.335 1.222 113
Totaal onderhoud infra 12.783 14.289 11.979 2.310

De genoemde bedragen in onderstaande tabel 4 zijn gebaseerd op het totale investeringskrediet. De investeringen worden conform het Besluit begroting en verantwoording en de financiële verordening provincie zeeland afgeschreven, waardoor de totale last wordt verdeeld over de periode waarin de investering wordt gebruikt.

Tabel 4 – Kosten (vervangings)investeringen infrastructuur (× € 1.000)
Begroting Begroting na wijziging Realisatie Verschil
Wegen -71 4.819 434 4.384
Vaarwegen -12 -5 380 -385
Groen - - - -
Totaal onderhoud infra -83 4.814 814 3.999

Provinciale gebouwen

Terug naar navigatie - Provinciale gebouwen

Bedrijfsgebouwen infrastructuur

De bedrijfsgebouwen infrastructuur zijn de wegsteunpunten en de bedieningsgebouwen voor het Kanaal door Walcheren en de Zeelandbrug. De laatste schakel in het uitvoeringsprogramma Beleidsvisie steunpunten, de nieuwbouw van steunpunt ‘s-Heer Arendskerke wordt meegenomen in de visie op de steunpunten en buitendienst 2021. Deze visie is een actualisatie van de visie op de steunpunten uit 2012, waaruit zal moeten blijken hoe het aantal steunpunten kan worden gereduceerd en welke van belang zijn voor het uitvoeren van de gladheidbestrijding.

In 2020 zijn tekorten ontstaan door onverwachte omstandigheden en vervangingen/reparaties die niet konden worden uitgesteld. Deze tekorten zijn opgelost binnen de bestaande budgetten. Dit is mede aanleiding om in 2021 de noodzakelijke beheers- en onderhoudskosten voor de komende 10 jaar in beeld te brengen, waaruit zal blijken of de beschikbare budgetten voldoende zijn uitgaande van een minimaal onderhoudsniveau. Er is momenteel geen sprake van achterstallig onderhoud.

(Bedragen x € 1.000)
Categorie Begroting Begroting na wijziging Realisatie Verschil
Incidenteel 776 1.081 1.081 -
Structureel 574 603 -50 654
Totaal 1.349 1.684 1.031 654

Fietsvoetveer

Terug naar navigatie - Fietsvoetveer

Fietsvoetveer

In 2004 zijn de gebouwen, aanlandingsvoorzieningen en twee SWATH-schepen voor het fietsvoetveer gekocht en in gebruik genomen. De provincie verhuurt ze aan de exploitant van het fietsvoetveer Vlissingen-Breskens, de Westerschelde Ferry B.V. In de huurovereenkomst voor de schepen is vastgelegd dat de Westerschelde Ferry BV verantwoordelijk is voor het onderhoud aan de schepen. De gebouwen en aanlandingsvoorzieningen worden door de provincie onderhouden. In onderstaande tabel staan de onderhoudskosten weergegeven.

Tabel 6 – Kosten onderhoud faciliteiten fietsvoetveer 

(Bedragen x € 1.000)
Categorie Begroting Begroting na wijziging Realisatie Verschil
Fietsvoetveer 652 935 737 198
Totaal onderhoud fiets-voerveer 652 935 737 198

Kantoorgebouwen, waaronder Provinciehuis

Terug naar navigatie - Kantoorgebouwen, waaronder Provinciehuis

De provinciale kantoorgebouwen betreffen het Abdijcomplex, inclusief het deel van het Zeeuws Museum en het pand Schuytvlot (huisvesting Erfgoed Zeeland). Het beheer en onderhoud aan deze gebouwen wordt gereguleerd in een meerjarig Beheerplan (BOS). Het onderhoud is opgebouwd uit bouwkundig onderhoud en installatietechnisch onderhoud.

Installatietechnisch onderhoud

• Installatietechnisch onderhoud is gebaseerd op de NEN 2767 (conditiemeting voor bouw- en installatiedelen).
• De inventarisatie en inspectie is uitgevoerd door een externe gespecialiseerde partij.
• De planning van dit onderhoud is waar nodig aangepast aan de planning van investeringen in de gebouwen en bouwkundige renovaties, zodat deze werkzaamheden gelijktijdig uitgevoerd worden

Bouwkundig onderhoud

• Planning bouwkundig onderhoud is gebaseerd op de inspectierapporten van de Monumentenwacht. Deze inspecties worden tweejaarlijks uitgevoerd. Het onderhoud wat geclassificeerd wordt als slecht (herstellen binnen 0-1 jaar) en matig (herstellen binnen 1-3 jaar) wordt opgenomen in de meerjarenraming.
• Ook grotere renovaties van gebouwen, waarbij geen bouwkundige aanpassingen aan het gebouw worden uitgevoerd, zijn hierin opgenomen.

Voor het meerjarig groot onderhoud wordt een aparte reserve groot onderhoud gevormd, op basis van een geactualiseerde 10-jarige meerjarenplanning onderhoud provinciale gebouwen. In de huidige meerjarenbegroting zijn de volgende bedragen opgenomen voor het regulier en groot onderhoud van deze panden.

Tabel 7 – Kapitaalgoederen gebouwen

(bedragen x € 1.000)
Categorie Begroting Begroting na wijziging Realisatie Verschil
Onderhoud en vervanging abdijcomplex 921 970 591 378
Onderhoud gebouwen en terreinen 254 351 306 45
Zeeuws museum inclusief depots 108 261 83 178
Pand Schuytvlot 66 104 51 53
Totaal kapitaalgoederen gebouwen 1.349 1.684 1.031 654

Er is een BRIM subsidie verstrekt voor het meerjarig bouwkundig onderhoud van de monumentale panden. Op basis hiervan zal 50 % van de kosten worden gesubsidieerd. Deze bedragen zijn in de meerjarenraming verwerkt. Er is momenteel geen sprake van achterstallig onderhoud.

Investeringskrediet “huisvesting in een veranderende organisatie”.

Vanuit het beschikbaar gestelde investeringskrediet van € 2.715.000 zijn aanpassingen in de gebouwen in kader van Flexibel Werken en de implementatie van het Hospitality-concept gerealiseerd. Dit laatste betreft onder andere de aanpassing van de centrale ontvangsthal van het Heerelogement. Het krediet is met € 600.000 verhoogd waarvoor een zogenaamde ‘netwerkruimte’ is gerealiseerd op de begane grond van het Heerenlogement ten behoeve van de samenwerking met partners. De verbouwing van het gebouw ‘De Librije’ uit dit krediet is in 2018 afgerond.