Goed openbaar bestuur draagt bij aan de kwaliteit van de samenleving en aan de welvaart. Het provinciebestuur zet zich in om de kwaliteit van dat openbaar bestuur te vergroten. De laatste decennia hebben zich gekenmerkt door grote decentralisaties van Rijkstaken naar de gemeenten en Provincies. Zo werden de beleidsvelden regionale economie en natuur naar de Provincies gedecentraliseerd en werd het sociaal domein bij de gemeenten ondergebracht.
De laatste jaren dringt het besef door dat de opgaven waar de overheden voor staan te complex zijn om deze via alleen structuuroplossingen tot stand te brengen. De boodschap van het Interbestuurlijk programma, is dat alle overheden zullen moeten samenwerken als ware er één overheid. Dat is nodig om oplossingen rond klimaat, energie en economische ontwikkeling te realiseren.
In 2019 is het Overleg van Zeeuwse overheden (OZO) gestart. De bedoeling van het OZO is om een volgende stap te zetten in de samenwerking tussen de Zeeuwse overheden, én op de versterking van de bestuurskracht van de Zeeuwse overheden en profilering naar Den Haag en Brussel (permanente lobby). Het afgelopen jaar hebben we samen met de Zeeuwse overheden er hard aan gewerkt om ervoor te zorgen dat het OZO een succes wordt en tot verbetering van de bestuurskracht leidt. De ingezette lijnen rond de opvolging van het advies #Hoedan, over Zeeuwse samenwerking, en het streven naar regionale afspraken met gemeenten en waterschap zetten we door. In 2020 is o.a. de overlegstructuur herzien en sterk verbeterd. Bij de start van het OZO is afgesproken om na 1,5 jaar dit samenwerkingsverband te evalueren. In 2020 is hier een start meegemaakt. De uitkomst van de evaluatie wordt in Q1 van 2021 verwacht.
Zeeland heeft niet alleen een Zeeuwse samenwerkingsnoodzaak. Door haar strategische ligging ontleent Zeeland belangrijke (economische) kansen aan de samenwerking met Vlaanderen, met Brabant en met Zuid-Holland. Verder zijn het Rijk, en Europa belangrijke partners om opgaven te kunnen realiseren. Het afgelopen jaar is ingezet om de banden rond de grensgovernance verder te versterken. Een voorbeeld hiervan is de oplevering in 2020 van de nieuwe grensvisie Euregio- Scheldemond.
Om naar buiten effectief te kunnen optreden, is eendrachtige samenwerking binnen Zeeland noodzakelijk. Alhoewel daarin belangrijke stappen zijn gezet, resteren er ook nog grote zorgen. We zien nog (te) weinig aandacht en organisatiekracht voor de regionale vraagstukken en een gemeenschappelijke agenda. Mede door de brief van demissionair minister Ollongren aan de Tweede Kamer over de toekomst van het openbaar bestuur, zijn in 2020 gesprekken gevoerd tussen de Zeeuwse overheden en BZK. Een deel van de uitkomsten van deze gesprekken worden meegenomen richting de formatie van het nieuwe kabinet. Voor de komende jaren wordt de samenwerking met de gemeenten en het waterschap verder gevormd om invulling te kunnen geven aan de gezamenlijke opgaven voor Zeeland en het nog verder uitdiepen van de ambitie om te werken als één overheid.
Ook op interprovinciaal niveau werken we hard aan een sterk bestuur. Door samen te werken in IPO-verband richten we ons op twee pijlers; 1. De reflectie op onszelf als twaalf provincies en wat er nodig is om een krachtig en zelfbewust middenbestuur te vormen, 2. Het werken vanuit volwassen interbestuurlijke verhoudingen. Samen met de regio en BZK willen we komen tot afspraken over de aanpak, maar ook over het creëren van de juiste randvoorwaarden om als decentrale overheden onze rol en taak goed te vervullen.
Binnen het IPO-verband zoeken we gezamenlijk naar oplossingen voor gelijke vraagstukken. Vooral met Fryslân zien we veel gelijkenissen. Het maakt het zinvol ervaringen uit te wisselen en vaker gezamenlijk op te trekken naar het Rijk. De samenwerking die we met Fryslân hebben opgezet, en waar ook BZK bij is betrokken, is in 2020 gecontinueerd en hebben er verschillende bestuurlijke overleggen plaatsgevonden.
Voor de rol van Provinciale Staten hebben de hierboven beschreven ontwikkelingen consequenties. Waar de opgaven samen met andere partijen moeten worden opgepakt en gedefinieerd, verschuift de rol van PS naar vormen van netwerksturing. In 2020 is hier voornamelijk op digitale wijze (wegens coronamaatregelen) vorm aangegeven.