Inleiding begroting

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De begroting 2023 is de laatste begroting van de huidige bestuursperiode. Op 15 maart 2023 vinden de verkiezingen plaats van Provinciale Staten, waarna een nieuw college gevormd zal worden.

Samen verschil maken is zowel de titel van het coalitieakkoord 2019-2023 als de wijze waarop we in gezamenlijkheid invulling geven aan de Zeeuwse opgaven. Opgaven die brede herkenning hebben bij zowel de Statenfracties als onze netwerkpartners. Bij de start van deze bestuursperiode hebben we - gezamenlijk als GS en PS - vijf strategische opgaven gedefinieerd, die in belangrijke mate aansluiten op grote transities die we op ons af zien komen. De opgaven hebben we aangepakt in een netwerkbenadering. In 2022 en eerder zijn voor de meeste opgaven de strategieën samen met onze partners bepaald. Momenteel resteert alleen nog de opgave Stikstof. 

De provincies hebben een belangrijke rol in de grote landelijke transities die voor ons liggen. De plannen - en de uitvoering daarvan - zullen we samen met het Rijk en regionale partners, zowel overheid als bedrijven, instellingen en belanghebbenden, op moeten pakken.    Voor een belangrijk deel komen deze transities overeen met de Zeeuwse opgaven, zodat er al goed voorwerk verricht is. In de najaarsnota 2022, die gelijktijdig met deze begroting voorligt, geven we daar een nadere doorkijk op. We beschrijven daarin de plannen die we in het licht van deze transities op zullen moeten stellen en vanaf medio 2023 ook tot uitvoering brengen. Naar het zich laat aanzien zal dat forse inspanningen met zich meebrengen, die ook grote gevolgen voor de benodigde menskracht zullen hebben. 

Hoewel onze financiële positie gezond is, hebben we aan de uitgavenkant te maken met sterk oplopende inflatie. Daarnaast is nog niet duidelijk hoe het provinciefonds zich zal ontwikkelen. In de eerste plaats is een herziening van het verdeelmodel aangekondigd. Daarnaast blijft tot 2026 de huidige “trap op, trap af”-systematiek in stand: de voeding van gemeentefonds en Provinciefonds is daarmee direct gerelateerd aan Rijksuitgaven: bezuinigingen of grotere uitgaven bij het Rijk hebben direct gevolgen voor gemeenten en provincies. Vanaf 2026 voorziet het Rijk een andere voedingswijze, waarbij het provinciefonds ongeveer terugvalt naar het niveau van 2022.  

Net als in eerdere jaren is er incidenteel ruimte, die ook voor een nieuwe bestuursperiode ruimte biedt voor nieuwe bestuurlijke prioriteiten. De structurele vrije ruimte voor nieuwe vraagstukken blijft beperkt en kan ertoe leiden dat in de toekomst bestuurlijke keuzes gemaakt moeten worden.   In de najaarsnota 2022 geven we een nadere doorkijk op het financieel meerjarenperspectief. Al met al gaan wij er vanuit dat deze begroting een goed vertrekpunt biedt voor een volgend bestuur om ook de komende jaren verder te werken aan, én met Zeeland, om zo samen verschil te blijven maken. 

Het college van Gedeputeerde Staten