Bedrijfsgebouwen infrastructuur
De bedrijfsgebouwen infrastructuur zijn de wegensteunpunten en de bedieningsgebouwen voor het Kanaal door Walcheren en de Zeelandbrug. De laatste schakel in het uitvoeringsprogramma Beleidsvisie steunpunten is de nieuwbouw van steunpunt ‘s-Heer Arendskerke. Alvorens hierover besluitvorming kan plaatsvinden zal in 2022 samen met het Rijk, de gemeenten en het waterschap de benodigde wegensteunpunten voor de gladheidbestrijding in kaart worden gebracht, waarbij het de bedoeling is om een aantal van deze gemeenschappelijk te gaan gebruiken.
Voor het meerjarig groot onderhoud is een beheerkader uitgewerkt. Op basis van een geactualiseerde 10-jarige meerjarenplanning onderhoud provinciale gebouwen buitendienst zal het onderhoud worden uitgevoerd. In de huidige meerjarenbegroting zijn de volgende bedragen opgenomen voor het regulier en groot onderhoud van deze panden.
Tabel 5 – Onderhoud bedrijfsgebouwen en terreinen (× €1.000)
|
|
2022
|
2023
|
2024
|
2025
|
Structureel onderhoud
|
757
|
922 |
699 |
842
|
Incidenteel onderhoud
|
578
|
504
|
439
|
574 |
Totaal onderhoud Bedrijfsgebouwen en terreinen
|
1.335
|
1.426
|
1.138
|
1.416
|
Er is momenteel geen sprake van achterstallig onderhoud.
Fietsvoetveer
In 2004 zijn de gebouwen, aanlandingsvoorzieningen en twee SWATH-schepen voor het fietsvoetveer gekocht en in gebruik genomen. De provincie verhuurt ze aan de exploitant van het fietsvoetveer Vlissingen-Breskens, de Westerschelde Ferry B.V. In de huurovereenkomst voor de schepen is vastgelegd dat de Westerschelde Ferry BV verantwoordelijk is voor het onderhoud aan de schepen. De gebouwen en aanlandingsvoorzieningen worden door de provincie onderhouden. In onderstaande tabel staan de onderhoudskosten weergegeven.
Tabel 6 – Kosten onderhoud faciliteiten fietsvoetveer (× €1.000)
|
|
2022
|
2023
|
2024
|
2025
|
Totaal onderhoud
|
937
|
971
|
1.006 |
955
|
Kantoorgebouwen, waaronder Provinciehuis
De provinciale kantoorgebouwen betreffen het Abdijcomplex (inclusief het deel van het Zeeuws Museum) en het pand Schuytvlot te Middelburg (huisvesting Erfgoed Zeeland). Het beheer en onderhoud aan deze gebouwen wordt gereguleerd in een meerjarig Beheerplan (BOS). Het onderhoud is opgebouwd uit bouwkundig onderhoud en installatietechnisch onderhoud.
Installatietechnisch onderhoud
• Installatietechnisch onderhoud is gebaseerd op de NEN 2767 (conditiemeting voor bouw- en installatiedelen). De inventarisatie en inspectie is uitgevoerd door een externe gespecialiseerde partij.
• De planning van dit onderhoud is waar nodig aangepast aan de planning van investeringen in de gebouwen en bouwkundige renovaties, zodat deze werkzaamheden gecombineerd/gelijktijdig uitgevoerd kunnen worden.
Bouwkundig onderhoud
• Planning bouwkundig onderhoud is gebaseerd op de inspectierapporten van de Monumentenwacht. Deze inspecties worden tweejaarlijks uitgevoerd. Het onderhoud wat geclassificeerd wordt als slecht (herstellen binnen 0-1 jaar) en matig (herstellen binnen 1-3 jaar) wordt opgenomen in het BOS.
• Ook grotere renovaties van gebouwen, waarbij geen bouwkundige aanpassingen aan het gebouw worden uitgevoerd, zijn hierin opgenomen.
Voor het meerjarig groot onderhoud wordt een aparte reserve groot onderhoud gevormd, op basis van een geactualiseerde 10-jarige meerjarenplanning onderhoud provinciale gebouwen. In de huidige meerjarenbegroting zijn de volgende bedragen opgenomen voor het regulier en groot onderhoud van deze panden.
Tabel 7 – Kapitaalgoederen gebouwen (× €1.000)
|
|
2022
|
2023
|
2024
|
2025
|
Onderhoud en vervanging Abdijcomplex
|
705 |
935 |
692 |
945 |
Onderhoud gebouwen en terreinen
|
259 |
259 |
259 |
259 |
Pand Schuytvlot
|
55 |
55 |
55 |
55 |
Zeeuws Museum
|
316 |
177 |
132 |
157 |
Totaal Kapitaalgoederen gebouwen
|
1.335 |
1.426 |
1.138 |
1.416 |
Er is een BRIM subsidie verstrekt voor het meerjarig bouwkundig onderhoud van de monumentale panden. Op basis hiervan zal 50 % van de kosten worden gesubsidieerd. Deze bedragen zijn in de meerjarenraming verwerkt. Er is momenteel geen sprake van achterstallig onderhoud.
Investeringskrediet “huisvesting in een veranderende organisatie”.
Vanuit het beschikbaar gestelde investeringskrediet van € 2.715.000 zullen aanpassingen in de gebouwen in kader van ‘Flexibel Werken’ en de implementatie van het Hospitality-concept worden gerealiseerd. Dit laatste betreft onder andere de aanpassing van de ontvangsthal van het Heerenlogement. Het krediet is met € 600.000 verhoogd om een zogenaamde ‘netwerkruimte’ te realiseren op de begane grond van het Heerenlogement ten behoeve van de samenwerking met partners.
De verbouwing van het gebouw ‘De Librije’ is in 2018 afgerond binnen het voor dit onderdeel beschikbare krediet. Tevens zijn de aanpassing van de ontvangsthal in het Heerenlogement en de 'netwerkruimte' in dit gebouw in 2021 gerealiseerd.
Er zullen voorstellen worden gedaan om binnen het investeringskrediet ruimten binnen het Heerenlogement geschikt te maken voor vergaderen en ontmoeten/lunchen. Dit sluit aan op de voorzieningen die nodig zijn in kader van het Tijd- en plaatsbewust werken (TPBW), zie hierna.
Tijd en plaatsbewust werken (TPBW)
De organisatie maakt op dit moment keuzes om het werken op afstand een (meer) structurele plek te geven in de bedrijfsvoering en de omvang/inrichting van haar kantoorgebouwen aan te passen op de veranderende functie. ‘Tijd- en plaatsbewust werken (TPBW)’ zal gevolgen hebben voor onze huisvesting, zie hiervoor paragraaf ‘bedrijfsvoering’ in deze begroting waarin wij onder andere de gevolgen voor de huisvesting aangeven.