De toekomst van het landelijk gebied staat volop in de schijnwerpers. Landbouw, stikstof, natuur, het haalt met grote regelmaat het landelijke en het regionale nieuws. De hoeveelheid rapporten over de toekomst van het landelijk gebied is eindeloos, de debatten zijn stevig. Met het concept van de Volhoudbare Landbouw is de koers in Zeeland uitgezet. Volhoudbare Landbouw gaat zowel over het verdienvermogen van het bedrijf en de keten als over het uitoefenen van het bedrijf in evenwicht met de omgevingskwaliteiten en de biodiversiteit. Met het Uitvoeringsprogramma Landelijk Gebied 2021 - 2030 is een samenhangende aanpak voor landbouw, biodiversiteit en klimaat gepresenteerd. Dat zijn de elementen waarop we de Zeeuwse toekomst van het landelijk gebied willen gaan bouwen: zowel aandacht voor verdienvermogen als biodiversiteit en investeren in samenhang en samenwerking. Dat zal stap voor stap gaan. De komende jaren zal nadrukkelijk ook de focus liggen op de aanpak van stikstof en herstel van de door stikstof belaste natuur. Dit gebeurt door maatregelen te treffen in en rondom deze natuurgebieden, overeenkomstig het Programma Natuur als onderdeel van de landelijke stikstof aanpak. Zowel herstel van de biodiversiteit als de route naar een volhoudbare landbouw is een zaak van lange adem. In begrotingsjaar 2022 gaan we daar gestaag mee voort.
Zowel de landbouw, als de natuur en het landschap zijn belangrijk voor de Zeeuwse economie. De Zeeuwse landbouw is en blijft daarom ook een belangrijke sector, waarbij het produceren van kwalitatief hoogwaardig (en veilig) voedsel centraal staat. Deze moet in samenhang gezien worden met de integrale aanpak van de landbouwtransitie, achteruitgang van de bodemvruchtbaarheid en bodembiodiversiteit, afname van waterkwaliteit, druk vanuit de keten, ontwikkelingen in de gewasbescherming, inzichten over de kringlooplandbouw, natuurinclusieve landbouw, enz. Voor de ondersteuning van ondernemers en de keten is het zoeken van aansluiting bij Europa belangrijk (Gemeenschappelijk landbouwbeleid, GLB), al is het alleen maar om houvast te hebben aan de juridische kaders. Er komt steeds meer zicht op deze kaders voor de komende jaren. Een deel van de steun aan ondernemers zal gaan lopen via de zogenoemde ecosysteemregeling, een regeling die aansluit bij de gekozen Zeeuwse aanpak. In de transitieperiode naar de komende periode GLB is 2022 een belangrijk jaar. Dan zullen er verschillende openstellingen zijn voor Zeeuwse partijen om gebruik te maken van de mogelijkheden van het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3). Het gaat om openstellingen voor samenwerkingsprojecten en voor technische maatregelen.
De Zeeuwse Delta herbergt aantrekkelijke natuur en een prachtig landschap, met kust en deltawateren, kreken, poelgronden en oude kreekruggen. Deze kwaliteiten zijn van grote waarde, voor de biodiversiteit, maar ook voor de economie en voor de aantrekkingskracht van de provincie. De zorgen om de achteruitgang van de biodiversiteit zijn ook in Zeeland groot. De eerste Zeeuwse natuurrapportage 2019 liet zien dat het gevoerde natuurbeleid effectief is, maar dat er meer nodig is om de biodiversiteit daadwerkelijk te herstellen en de Natura 2000- instandhoudingsdoelen te realiseren. Aanvullend op de bestaande mogelijkheden en afspraken zijn er afgelopen jaren in de stikstofaanpak stevige afspraken gemaakt met het Rijk om meer te doen aan natuurherstel. Met het Programma Natuur wordt de Provincie ook in staat gesteld hier samen met de partners in het landelijk gebied invulling aan te geven. Er liggen nu afspraken voor de eerste drie jaar. Direct aanpakken en tegelijk de planvorming starten om te komen tot structureel natuurherstel is het motto. De komende jaren zal voor nog eens zeven jaar een afspraak met het Rijk worden gemaakt. De maatregelen in de tweede fase Programma Natuur zullen gebaseerd moeten zijn op maatregelen die voortvloeien uit de op te stellen gebiedsplannen stikstof en de N2000-natuurbeheerplannen. In 2022 zullen we de voorbereidingen hiervoor voortvarend aanpakken.
De afspraken zijn aanvullend. Dat wil zeggen dat we tegelijkertijd onverminderd voort zullen gaan met de afronding van het Natuurnetwerk Zeeland, het mogelijk maken van het natuurbeheer, investeringen in de soortenaanpak, het bestrijden van exoten en het uitvoeren van het faunabeleid. Hierbij zullen we zoveel mogelijk de samenwerking zoeken tussen de natuurorganisaties, de landbouw, de particulieren.
In 2022 zal een start gemaakt worden met de uitvoering van de vastgestelde Zeeuwse Bosvisie. De inzet van de Bosvisie is het versterken van het areaal bos en groen, passend in de ecologische en landschappelijke structuur. Hiermee draagt Zeeland bij aan de doelen van het klimaatakkoord. De Bosvisie is samen met partijen opgesteld. Ook de uitvoering zal in samenwerking opgepakt worden. Verschillende ondernemers en partijen hebben hier ideeën en plannen voor. De uitvoering zal een breed scala aan projectmogelijkheden omvatten, groene lijnelementen, dorpsbossen, landgoederen, natuurbos, agroforestry, voedselbossen.
De aanpak in het landelijk gebied gaat niet alleen over natuur en landbouw. Ook de opgaven voor klimaat, energie, woningbouw en toerisme hebben een relatie met en spelen zich af in het landelijk gebied. Dat vraagt in toenemende mate aandacht voor integrale planvorming en integrale uitvoering van maatregelen. Daar waar veel opgaven en doelen samenkomen, zal de Provincie samen met partijen investeren in een gebiedsgerichte aanpak (zie ook hoofdstuk Opgave stikstof). Aandacht voor een zorgvuldige landschappelijke inrichting en een herkenbaar landschap is daarbij cruciaal. Om de juiste afwegingen te kunnen maken zijn heldere keuzes noodzakelijk, een belangrijk landschappelijk kader is daarbij onmisbaar. Overeenkomstig het Uitvoeringsprogramma Landelijk Gebied starten we daarom in 2022 een proces op om te komen tot een Zeeuws gedragen landschapsvisie. Deze landschappelijke analyse bouwt voort op de beschreven landschapstypen uit de Zeeuwse Bosvisie.
Steeds meer bewoners en bezoekers vinden of zoeken ruimte om te recreëren, hun sport uit te oefenen of gewoon te genieten van het agrarische landschap, de aantrekkelijke dorpen en steden en de bijzondere natuur. Met de verwachte toeristische toename zal de druk op het landelijk gebied alleen maar toenemen. Als provincie zetten we in om de aantrekkelijkheid van het landelijk gebied te vergroten. We doen dit door het stimuleren van een toeristisch mobiliteitsnetwerk met wandel- en fietsknooppunten, aanleg van voorzieningen om natuur- en landschapswaarden zichtbaar en beleefbaar te maken, (natuur)gebieden nog toegankelijker te maken en aandacht te schenken aan de (ontstaans)geschiedenis van het landschap, waaronder de verkrijging van de Unesco-status Geopark voor de Schelde Delta. Hierbij zoeken we de raakvlakken met onder andere cultuur en recreatie en werken we aan wederzijdse versterking.
Met de afspraken voorde eerste fase Programma Natuur wordt een mooie vervolgstap gezet op weg naar herstel van de biodiversiteit in en om de natuur. Echter, om tot volledige doelrealisatie te komen is een volgende stap nodig op weg naar een natuurinclusieve samenleving, een samenleving waarin natuur overal een aandachtspunt is. Tussen het Rijk en de provincies zullen hier in 2022 afspraken over worden gemaakt. Verschillende initiatieven binnen het programma raken dit doel al, onder andere natuurbeleving en toegankelijkheid van natuurgebieden. Maar het gaat juist ook om verbinding met andere taken en programma's, zoals met het weg- en waterbeheer, met de inrichting van de stad en met bedrijventerreinen. In 2022 zullen we hierin verder investeren.