Het Milieuprogramma 2023-2027 is in februari 2023 vastgesteld door Provinciale Staten. In dit programma staat wat we de komende jaren doen voor een beter milieu. Voor elk jaar is er een planning met acties. In 2026 voeren we de acties uit die voor dat jaar gepland zijn. 

We houden bij wat we doen en wat het oplevert. Dit staat elk jaar in een monitoringsrapportage. Deze verschijnt in het tweede kwartaal van het jaar. 

Elk onderdeel van het Milieuprogramma heeft eigen doelen en acties. In 2026 besteden we extra aandacht aan de acties hieronder. Die helpen ons om de doelen per thema te bereiken: 

Permanente verbetering van de Luchtkwaliteit 
We blijven werken aan een betere luchtkwaliteit. In 2026 voeren we verschillende acties uit die onderdeel zijn van het Schone Lucht Akkoord (SLA). Denk aan metingen van de luchtkwaliteit en projecten op scholen over fijnstof. Door actief mee te doen aan het landelijke Schone Lucht Akkoord (SLA), helpen we om gezondheidswinst te behalen.  

Omgevingsveiligheid 
Omgevingsdiensten houden toezicht op bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken, zoals Seveso-bedrijven. Er is extra aandacht voor nieuwe risico's, zoals waterstof en ammoniak. 
 
De energietransitie zorgt voor nieuwe typen opslag en transport. Dat brengt andere veiligheidsaspecten met zich mee. Door nu onderzoek te doen, op basis daarvan beleidskaders, vergunningverlening en toezicht op orde te hebben of brengen, voorkomen we incidenten. 

Waterkwaliteit en afvalwater 
Omgevingsdiensten voeren toezicht uit op bedrijven die stoffen lozen in het water. Zij richten zich met name op de lozing van Zeer Zorgwekkende stoffen.  In samenwerking met omgevingsdiensten, gemeenten, Waterschap en Rijkswaterstaat versterken we het toezicht op de indirecte lozingen. 
 
De Kaderrichtlijn Water verplicht ons om uiterlijk in 2027 water van goede kwaliteit te hebben. 2026 is het laatste volledige jaar om noodzakelijke maatregelen te nemen en vervuiling bij de bron aan te pakken. 

Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) 
ZZS kunnen schadelijk zijn voor mens, dier en milieu. PFAS is een bekend voorbeeld: deze stoffen breken nauwelijks af en kunnen zich ophopen in de bodem en het water. In Zeeland pakken we de PFAS-problematiek aan. 
 
Omgevingsdiensten houden toezicht op bedrijven die met ZZS werken. In vergunningen moet de uitstoot van deze stoffen worden beperkt. Omgevingsdiensten zien toe op de totstandkoming en uitvoering van vermijdings- en reductieprogramma's van bedrijven om ZZS terug te dringen.  
 
Vanuit Europa en het Rijk komt steeds strengere regelgeving. Door hier tijdig op in te spelen, zijn we voorbereid op komende regels en werken we aan een steeds betere kwaliteit van onze leefomgeving. 
 
RUD Zeeland – Robuuste RUD 
We investeren in meer capaciteit en kennis en voeren de toekomstvisie voor de RUD Zeeland verder uit. We blijven ons inzetten voor een robuuste RUD en doen dat samen met de RUD en gemeenten   De RUD zet de komende jaren grote stappen naar een robuuste omgevingsdienst. Het verder professionaliseren van de uitvoering van de PIOFAC-taken en de verhuizing eind 2025 helpen hierbij. 
 
De Commissie Van Aartsen oordeelde dat de uitvoering VTH-taken landelijk verbetering behoeft. Robuuste omgevingsdiensten zijn noodzakelijk om de risico's voor het milieu zo veel mogelijk te voorkomen. Hierom is het investeren in de RUD Zeeland van belang.