Paragraaf Verbonden partijen

Als verbonden partijen voor de Provincie Zeeland worden aangemerkt publiekrechtelijke (gemeenschappelijke regelingen) of privaatrechtelijke rechtspersonen (verenigingen, stichtingen, BV’s en NV’s) waarin we een bestuurlijk én een financieel belang hebben.

Een bestuurlijk belang houdt in dat er sprake is van zeggenschap, hetzij uit een provinciale vertegenwoordiging in het bestuur van de verbonden partij, hetzij uit hoofde van stemrecht.
Een financieel belang betekent dat een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is, indien de verbonden partij failliet gaat. Oftewel het bedrag waarvoor aansprakelijkheid voor de provincie bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

De Provincie heeft diverse instrumenten tot haar beschikking om publieke doelen te bereiken. Het meest geëigende instrument is wet- en regelgeving. Wanneer de Provincie hieraan niet genoeg heeft, kunnen andere instrumenten, zoals subsidieverlening of verbonden partijen benut worden.

De Nota Verbonden Partijen is vastgesteld door Provinciale Staten in haar vergadering van 23 juli 2021 (https://www.zeeland.nl/sites/default/files/digitaalarchief/IB21_a90ae73c.pdf. Hierin zijn de volgende belangrijke beleidsuitgangspunten vastgelegd:

• De Provincie Zeeland participeert uitsluitend in een verbonden partij wanneer hiermee een publiek belang wordt gediend en publieke doelen niet op een andere manier beter gerealiseerd kunnen worden.
• De Provincie Zeeland kiest voor die samenwerkingsvorm, publiekrechtelijk of privaatrechtelijk, die het best past bij het dienen van het publiek belang.
• Bij iedere verbonden partij wordt er afgewogen of er een aandeelhoudersstrategie dient te worden vastgesteld.

De Provincie Zeeland participeert in diverse verbonden partijen. We vinden het belangrijk dat we in een goede verhouding met onze verbonden partijen staan. Naast formele momenten worden daarom ook informele momenten benut waarin actuele zaken besproken worden.

In deze paragraaf geven we per verbonden partij nadere informatie. 

• Toetreding Rijk als aandeelhouder van Impuls.
• Onderzoek naar mogelijkheden Zero Emissie schepen voor veerverbinding Vlissingen-Breskens.
• Aandelenoverdracht kerncentrale Borssele naar de rijksoverheid.
• Blijvend inzetten op tolvrij maken van Westerscheldetunnel voor vrachtverkeer.
• Opstellen bereikbaarheidsplan Westerscheldetunnel n.a.v. betonschade.
• Oprichting mobiliteitscentrale. 
• Oprichting energietransitiefonds.
• Toetreding tot de GR het Zeeuws Archief.
• Oprichting GR NDFF (nationale databank Flora en Fauna).
• Actualiseren nota verbonden partijen.

• Kapitaalparticipaties van deelnemingen opgenomen op de provinciale balans onder de Financiële vaste activa. Op 1 januari 2026 in totaal ongeveer € 298,1 miljoen.
• Per 1 januari 2025 staat de provincie voor verbonden partijen garant voor ongeveer € 204  miljoen (op basis van jaarrekeningen 2024). 

Nota Verbonden Partijen 2021 (Vastgesteld door Provinciale Staten op 23 juli 2021).

Gemeenschappelijke regelingen (GR)

• Regionale uitvoeringsdienst Zeeland (RUD)

Vennootschappen en coöperaties

• Zanddijk B.V.
• Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij (ZEH)
• Stedin Netbeheer B.V. (Stedin)
• North Sea Port SE (NSP SE)
• N.V. Westerscheldetunnel (WST)
• N.V. Economische Impuls Zeeland (Impuls)
• Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB)
• Gemeenschappelijk bezit Evides Aqua B.V. (GBE Aqua)
• Westerschelde Ferry B.V. (WSF)
• Investeringsfonds Zeeland B.V. (IFZ)
• Gemeentelijke Vervoerscentrale Zeeland B.V. (GVZ)

Stichtingen en verenigingen

• Vereniging Interprovinciaal Overleg (IPO)
• Huis van de Nederlandse Provincies  (HNP)
• Coöperatieve Vereniging NDOV-DOVA U.A. (Dova)

Overige verbonden partijen

• Provinciaal fonds nazorg gesloten stortplaatsen Zeeland
• Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS) North Sea Port District
• Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS) Geopark Schelde Delta
• Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking (BGTS) Landschapspark Zwinstreek 
• Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS) Linieland van Waas en Hulst
• Coöperatieve Vereniging NDOV-DOVA U.A.

Terneuzen

28 juni 2013. De gemeenschappelijke regeling (GR) is bij besluit van Provinciale Staten, RUDT-005, d.d. 21 juni 2013 vastgesteld.

De RUD Zeeland draagt sinds 1 januari 2014 samen met de Provincie (en de andere deelnemers) zorg voor een schone, veilige en gezonde leefomgeving.

Daarvoor voert de RUD taken uit op het gebied van de Omgevingswet en provinciale verordeningen. Het gaat daarbij om uitvoering van de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving en om adviestaken. Sinds 1 oktober 2019 worden de taken voor de SEVESO (voorheen Besluit risico's zware ongevallen) bedrijven door de DCMR Milieudienst Rijnmond uitgevoerd.

Woonplaats Zeeland

De GR RUD is een samenwerkingsverband van de Provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeenten. Het algemeen bestuur (AB) van RUD Zeeland bestaat uit 14 personen, van wie er één is benoemd vanuit Gedeputeerde Staten (GS). Het dagelijks bestuur (DB) bestaat uit vier leden, allen afkomstig uit het AB. Eén DB lid is een lid van het AB dat is aangewezen door GS van de provincie. De voorzitter van het AB is ook voorzitter van het DB. Het lid van het AB, aangewezen door GS van de Provincie heeft zeven stemmen. De overige leden van het AB, aangewezen door de colleges van B&W van de gemeenten hebben ieder één stem. Voor belangrijke besluiten, waaronder de begroting, is een tweederde meerderheid nodig.

De RUD-Zeeland voert voor ons de vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van de omgevingswet uit. Daarnaast voert de RUD de advies- en specialistische taken uit, zoals op het gebied van externe veiligheid, luchtvaart, geluid, bodem, luchtkwaliteit en toezicht en handhaving van de groene wetten.

De bezoldiging van de bestuurder valt binnen de normen van de Wet Normering Topinkomens (WNT).

Niet van toepassing.

€ 0 (sluitende ontwerp-begroting 2026 welke voor zienswijze aan de deelnemers is voorgelegd, vaststelling voorzien in de vergadering van het AB van september 2025).

Niet van toepassing.

De deelnemersbijdrage 2026 van de Provincie Zeeland is volgens de ontwerp-begroting 2026 van de RUD Zeeland geraamd op € 7.621.100.

* Schatting betreft het eigen vermogen volgens de geprognotiseerde balans opgenomen in de ontwerp begroting 2026 van de RUD.

* Schatting betreft het vreemd vermogen volgens de geprognotiseerde balans opgenomen in de ontwerp begroting 2026 van de RUD.

De Provincie Zeeland is als deelnemer mede aansprakelijk voor financiële tekorten. De RUD heeft voor 2026-2029 een sluitende meerjarenbegroting. Financiële aansprakelijkheid voor de Provincie Zeeland kan pas ontstaan na besluitvorming daarover in het Dagelijks Bestuur (DB) en het Algemeen Bestuur (AB) van de RUD Zeeland. De Provincie Zeeland maakt onderdeel uit van de besluitvorming in het DB en AB.

De RUD Zeeland begroot vanaf 2021 over op te leveren producten volgens PxQ (prijs x hoeveelheid) systematiek. Producten zonder kental in PxQ begroot de RUD Zeeland apart op basis van ervaringscijfers, maar sommige werkzaamheden zijn vooraf niet goed in te schatten (vraag gestuurd en complexiteit). We rekenen uiteindelijk af op basis van de werkelijk door de RUD Zeeland gemaakte uren tot het moment dat er een nieuwe financieringssystematiek wordt ingevoerd.

Verder kunnen de volgende zaken nog effect hebben op de financiële bijdrage aan de RUD Zeeland:

• Nieuwe landelijke wettelijke verplichtingen voor de Provincie die mogelijk meer inzet van de RUD Zeeland vragen (zoals op grond van de Omgevingswet, Wet elektronische publicatie, Wet open overheid).
• De uitkomsten van het Interbestuurlijk programma verbetering VTH Stelsel (IBP-VTH). Dit is het vervolg op het landelijk rapport van de Commissie van Aartsen getiteld "Om de leefomgeving, Omgevingsdiensten als gangmaker voor het bestuur" en het onderzoek van de landelijke Rekenkamer getiteld "Handhaven in het duister".
  Onder meer op het gebied van de uitvoering van het plan van aanpak en financiering hiervan door alle deelnemers, een wijziging van de financieringssystematiek zelf en kwaliteitscriteria.
• Het nog vast te stellen ambitieniveau voor de RUD Zeeland op werkterreinen als groen toezicht, circulaire economie en stikstof.
• Toekomstige huisvesting en ondersteuning op de bedrijfsvoeringstaken (PIOFAC).

Statutaire zetel: Middelburg

Vestigingsplaats: Yerseke

Oprichting 23 juni 2023.

Zanddijk BV gaat in opdracht van de Provincie Zeeland voorbereiden en (laten) uitvoeren van de reconstructie van de N673 met aansluitende wegen en rotondes en bijbehorende werken.

Grote projecten.

Provincie Zeeland is 100% aandeelhouder. De vennootschap wordt bestuurd door één algemeen directeur onder toezicht van een Raad van Commissarissen (RvC). De RvC bestaat uit drie personen overeenkomstig de statuten. De leden van de RvC zijn benoemd door de AvA.

Zanddijk BV heeft als doel het in opdracht van de Provincie Zeeland voorbereiden en (laten) uitvoeren van de reconstructie van de N673 met aansluitende wegen en rotondes en bijbehorende werken (Project Zanddijk) en voorts het verrichten van al hetgeen met het bovenstaande in de ruimste zin verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn.

De bezoldiging van de directeur valt binnen de WNT-norm.

Niet van toepassing.

In het boekjaar 2026 wordt een financieel resultaat verwacht van € 0.

Niet van toepassing.

100%

* Het eigen vermogen bedraagt uitsluitend het maatschappelijk kapitaal ter grootte van € 1 wat geplaatst is bij de oprichting.

Schatting gebaseerd op saldo volgens laatst vastgestelde jaarrekening 2024.

Provincie Zeeland is als 100% aandeelhouder aansprakelijk voor mogelijke (toekomstige) financiële tekorten.

Middelburg

DELTA N.V. kwam voort uit de fusie in 1991 tussen Watermaatschappij Zuid West Nederland (WMZ) en de Provinciale Energie Houdstermaatschappij (ZEH). In 2017 is na de verkoop van het onderdeel Retail de naam van DELTA N.V. gewijzigd in PZEM N.V. Bij de verkoop van de wholesale onderdelen, eind 2022, is de naam PZEM mee verkocht en zijn de resterende onderdelen doorgegaan onder de naam 'Provinciale Energie Houdstermaatschappij' (ZEH). 

Sinds de verkoop van enkele belangrijke bedrijfsonderdelen, voor het laatst de verkoop van de aandelen Evides aan GBE Aqua en de verkoop van wholesale (onder andere de Sloecentrale) aan EPH, omvatten de activiteiten van ZEH enkel nog commerciële energieproductie- en leveringsactiviteiten. Voor de energie gerelateerde activiteiten geldt, dat er geen direct provinciaal publiek belang meer aanwezig is, dat aandeelhouderschap rechtvaardigt. Het belangrijkste onderdeel binnen ZEH betreft op dit moment het aandelenbelang in de kerncentrale (EPZ). 

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.

Het bestuurlijk belang bestaat uit 50% stemrecht in de AvA.

ZEH N.V. is een houdstermaatschappij. ZEH N.V. omvat het 70% aandelenbelang in N.V. EPZ (de kerncentrale), het 50% aandelenbelang in BMC Moerdijk B.V. (de biomassacentrale), de PPA Gemini, de belangen in Set Fund I en Set Fund II, het 50% aandelenbelang in NPG Willebroek N.V. (een zonnepark in België) en een aanzienlijke financiële positie.

Het uitgangspunt voor het beloningsbeleid is dat ZEH N.V. een zodanige beloning toekent dat de mensen die beschikken over de juiste kennis en ervaring uit de markt aangetrokken kunnen worden, en voor ZEH N.V. behouden kunnen worden. Daarbij wordt de WNT-norm van toepassing verklaard. Indien aantoonbaar blijkt dat er geen gekwalificeerde bestuurder gevonden kan worden binnen de WNT-norm geldt als absolute plafond het gewogen gemiddelde van 50% publiek en 50% markt.

Op 15 december 2023 is de aandeelhoudersstrategie Zeeuwse Energie Houdstermaatschappij vastgesteld door Provinciale Staten. De Provincie Zeeland geeft invulling aan het aandeelhouderschap door:

• Het beogen om actief aandeelhouder te zijn binnen de grenzen van de wet en de statuten gegeven het grote financiële belang (dividend en risico’s).
• Het streven naar frequente communicatie met ZEH N.V. via (informele) aandeelhoudersbijeenkomsten en bredere presentaties rond belangrijke besluitvormingstrajecten.
• Het via een vertegenwoordiging in de aandeelhouderscommissie actief toezien op de borging van haar belangen en hierbij steeds zo veel mogelijk gezamenlijk optrekken met overige aandeelhouders.
• Haar bevoegdheden conform de herziene statuten van ZEH N.V. zorgvuldig te hanteren en daarbij steeds de uitgangspunten van de beleidsnota Verbonden partijen 2021 en de doelstellingen van de aandeelhoudersstrategie als uitgangspunt nemen.
• In 2021 te hebben besloten om de aandelen Evides (waterbedrijf) over te hevelen aan de ZEH aandeelhouders (via oprichting van GBE Aqua B.V.).
• In 2022 te hebben besloten om de Wholesale-activiteiten (onder andere de Sloecentrale en ZEH Pipe) te verkopen aan EPH.

Het verwachte resultaat over 2026 is ongeveer € 63,4 miljoen (o.b.v. ondernemingsplan 2025-2027). Dit is gebaseerd op de elektriciteitsprijzen per 30 juni 2024 en kan daarom nog sterk afwijken. 

In juni 2026 nemen de aandeelhouders een besluit over het dividendvoorstel over 2025. In het ondernemingsplan ZEH 2025-2027 is een verwachte dividenduitkering opgenomen van € 175 miljoen in 2026.

50%

Schatting gebaseerd op laatst beschikbare informatie in het ondernemingsplan 2025-2027. 

Schatting gebaseerd op laatst beschikbare informatie in het ondernemingsplan 2025-2027. 

Op de balans van de Provincie Zeeland zijn de aandelen ZEH N.V. gewaardeerd tegen een boekwaarde van € 568.000. Dit betekent dat de Provincie Zeeland over haar deelneming in ZEH N.V. een risico loopt tot dit bedrag. De Provincie Zeeland heeft geen garanties of leningen aan ZEH N.V. verstrekt. Mochten de energieprijzen sterk dalen, is ZEH N.V. mogelijk financieel niet langer in staat om de kerncentrale te financieren. Vanwege het nationaal belang van de kerncentrale hebben zowel de commissie Balkenende als ook de aandeelhouders aangegeven dat voor een oplossing van dit probleem het Rijk hier zijn verantwoordelijkheid moet nemen.

Rotterdam

Stedin is de regionale netbeheerder van het elektriciteits- gasnetwerk in het grootste deel van Zuid-Holland en de provincies Utrecht en Zeeland. Dit netwerk omvat circa 2,3 miljoen aansluitingen, voor zowel huishoudens als zakelijke klanten. Het aandeelhouderschap van Stedin ligt conform de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in publieke handen, waaronder Provincie Zeeland en 12 Zeeuwse gemeenten. Het publieke aandeelhouderschap is één van de pijlers om de publieke belangen van een efficiënt en goed opererend netwerkbedrijf te borgen. Daarnaast worden de publieke belangen geborgd door wet- en regelgeving en de ACM als onafhankelijk toezichthouder. 

Het toekomstbestendiger maken van de energienetten als onderdeel van het overkoepelde landelijke en Europese beleid (Klimaatakkoord, Fit for 55, REPowerEU) is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle overheden. De (versnelling van) de elektrificatie is een randvoorwaarde om deze ambities te realiseren. Een goede energie-infrastructuur binnen het verzorgingsgebied van Stedin is daarmee van groot publiek belang.

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.

Via het aandeelhouderschap kunnen de belangen van Zeeland optimaal worden geborgd. Enerzijds door de zeggenschap en bevoegdheden die gepaard gaan met het aandeelhouderschap en anderzijds door de intensievere dialoog en contactmomenten als aandeelhouder en lid van de Aandeelhouderscommissie (AHC).

In stand houden en uitbreiden van het energienetwerk om het netwerk toekomstbestendig te maken en de energievoorziening op niveau te houden. 

De beloning van de bestuurders van Stedin vallen binnen de WNT-norm. 

Aandeelhouders werken intensief samen via de aandeelhouderscommissie (AHC) waar Zeeland zitting in heeft. Conform de nota verbonden partijen is er geen aandeelhoudersstrategie (het belang is kleiner dan 25%). 

Het resultaat na belastingen 2024  is € 158 miljoen. De omzet is in 2024 met € 296 miljoen gestegen tot € 2.048 miljoen als gevolg van tariefstijgingen. Stedin verwacht dat het investeringsniveau de komende jaren hoog zal blijven. 

Het verwachte dividend over 2025 is € 56.452 

Provincie Zeeland heeft 6.397 aandelen en daarmee een belang van 0,11%

Op de balans van de Provincie Zeeland zijn de aandelen Stedin gewaardeerd tegen een boekwaarde van € 5 mln. Dit betekent dat de Provincie Zeeland over haar deelneming in Stedin een risico loopt tot dit bedrag.

Sas van Gent

29 juni 2018

Via aandeelhouderschap in North Sea Port SE streeft de Provincie naar:

• De borging van nautisch beheer en toegankelijkheid van de Zeeuwse havens.
• Stimulering van economische bedrijvigheid en ontwikkeling in Zeeland.
• Bevordering van duurzame werkgelegenheid in de Provincie Zeeland, zowel direct via North Sea Port SE als indirect via de aan de haveninfrastructuur verbonden ondernemingen.

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.

Het bestuurlijk belang bestaat uit 25% stemrecht in de Algemene vergadering van Aandeelhouders.

Het (laten) exploiteren van het havenbedrijf en het versterken de internationale positie van de Zeeuwse haven en industrie op de korte en lange termijn.

In de AvA 2024 is het bezoldigingsbeleid vastgesteld. Voor de bestuurders die zijn aangesteld na vaststelling van dit beleid vindt de bezoldiging plaats conform dit beleid. Voor de bestuurders die eerder zijn aangesteld worden de bestaande bezoldigingsafspraken gerespecteerd.

In 2025 is de geactualiseerde  'Aandeelhoudersstrategie North Sea Port - Samen, slimmer en duurzamer' vastgesteld door de Provinciale Staten.

In deze aandeelhoudersstrategie wordt de strategische driehoek, bestaande uit economische ontwikkeling, werkgelegenheid, duurzaamheid, klimaat en financiële prestaties, aangevuld met de randvoorwaarden veiligheid en leefbaarheid.

Over het geheel van de activiteiten dient North Sea Port een positie in of nabij het centrum van de strategische driehoek in te nemen. De strategische driehoek is de basis van de jaarlijkse rapportage aan de aandeelhouders over de positie van North Sea Port. Strategische projecten dienen als een portfolio binnen de strategische driehoek te worden gepositioneerd om de evenwichtige ontwikkeling aan te tonen.        

Over het jaar 2026 zijn nog geen gegevens bekend.

Zolang sprake is van garanties zal geen dividend uitgekeerd worden.

Kapitaalbelang van 25%.

De Provincie Zeeland heeft een belang van 25% in North Sea Port SE. Het eigen vermogen van North Sea Port SE bedraagt eind 2024 € 677 miljoen. Als er in de toekomst verliezen zijn, kan de situatie ontstaan dat het eigen vermogen te weinig is. In dat geval zullen de garanties ingeroepen worden.

Het totaal aan garanties bedraagt per 2026 € 365 miljoen (North Sea Port SE € 300 miljoen en WarmCO2 C.V. € 65 miljoen) + P.M. met betrekking tot de waarde van de derivatenportefeuille (deze waarde fluctueert). Voor de Provincie Zeeland betekent dit dat er een bedrag van € 182,5 miljoen opgevraagd kan worden. Indien North Sea Port geconfronteerd wordt met forse tegenvallers en hoge kosten, kan een dergelijke situatie ontstaan. Provincie Zeeland zal dan een beroep doen op de door North Sea Port SE afgegeven 'vrijwaring'. North Sea Port SE vrijwaart Provincie Zeeland tegen en zal Provincie Zeeland volledig schadeloos stellen voor garantiebetalingen.

Borssele

18 maart 2009

In de vastgestelde aandeelhoudersstrategie is opgenomen:

• Mobiliteit: Een zo hoog mogelijke beschikbaarheid van het gehele tracé tussen Goes en Terneuzen.
• Veiligheid: Verkeersveiligheid geldt als één van de hoogste prioriteiten.
• Tarieven: Invloed op tarievenbeleid om een juiste balans te kunnen waarborgen tussen financiële belangen van de WST enerzijds en de financiële impact voor de burger anderzijds.
• Dekking voor infrastructuur: Het dividend van de WST aanwenden om de aanleg en het onderhoud van de Sluiskiltunnel en de aankoop van de aandelen WST terug te verdienen.
• Provincie Zeeland wil aandeelhouder blijven om invloed te houden op veiligheid, beschikbaarheid en tarieven.

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.

De Provincie Zeeland heeft 100% stemrecht in de Algemene vergadering van Aandeelhouders (AvA). De vennootschap wordt bestuurd door een directie bestaande uit één of meer leden, onder toezicht van een Raad van Commissarissen (RvC). De RvC stelt het aantal leden van de directie vast. Op dit moment is er één algemeen directeur. Een lid van de directie wordt benoemd door de RvC. De RvC bestaat uit drie personen. De leden van de RvC worden benoemd door de AvA.

De vennootschap heeft als doel een tunnel onder de Westerschelde – met aansluitende wegen en bijbehorende werken – tot stand te brengen en als rechthebbende te exploiteren of doen exploiteren, alsmede ter bevordering van dit doel het deelnemen in, het voeren van beheer over, het financieren van andere ondernemingen en vennootschappen en het stellen van zekerheid voor schulden van anderen en al hetgeen daarmede verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn.

Bezoldiging bestuurder valt binnen de WNT-norm.

De aandeelhoudersstrategie is vastgesteld op 13 februari 2015. De uitwerking van de aandeelhoudersstrategie is vastgesteld op 30 september 2016. Hierin is vastgelegd om te streven naar zo laag mogelijke tarieven voor de huidige gebruikers, de toltarieven gelijk te houden voor een periode van 4 jaar en de aandeelhoudersstrategie na een periode van 4 jaar te herijken. Op 1 maart 2019 is besloten het tarievenbeleid uit de aandeelhoudersstrategie van de Westerscheldetunnel te wijzigen. De korting voor de T-tag-gebruikers is vanaf 1 januari 2020 tot het einde van de tolheffing verhoogd tot minimaal 40% en voor veelgebruikers tot minimaal 50% van het nominaal tarief.

Op 5 juli 2024 is de aandeelhoudersstrategie herijkt vastgesteld, waarin ten aanzien van het tarievenbeleid de volgende aanpassingen zijn doorgevoerd:

• Een tolvrije passage voor personenauto's en motoren per 1 januari 2025 (categorie 1, 2 en 5) instellen.
• Voor de nog betalende gebruikers van categorie 3 en 4 per 1 januari 2025, de huidige tariefindeling (nominaal tarief, T-tag tarief, veelgebruikerstarief) TE handhaven.

Verwacht financieel resultaat 2026 op basis van het beleidsplan 2024 Westerscheldetunnel is € 16,5 miljoen (uitkering in 2027).

€ 15,6 miljoen (resultaat 2025, uitkering in 2026) op basis van het beleidsplan 2024. 

Schatting gebaseerd op het Beleidsplan 2024.

Schatting gebaseerd op het Beleidsplan 2024.

Een risico is een lagere dividenduitkering op de langere termijn. Van invloed hierop is het aantal werkelijke passages. 

Een tweede risico is de waardering van N.V. Westerscheldetunnel. Doordat de resterende periode tot 2033 elk jaar korter wordt, daalt de marktwaarde gebaseerd op de netto contante waarde van de toekomstige kasstromen. Als de marktwaarde onder de huidige boekwaarde (€115 miljoen) daalt, zal er een afwaardering moeten plaatsvinden. Indien de bestemmingsreserve Westerscheldetunnel op dat moment niet voldoende is, zal er tijdelijk een onttrekking aan de algemene reserve moeten plaatsvinden. Uiterlijk bij de opheffing in 2033 zal de onttrekking weer teruggestort worden in de algemene reserve.  

Op 20 november 2023 ondertekenden gedeputeerde Van der Maas namens ons college en minister Harbers de Bestuursovereenkomst Tolvrije Westerscheldetunnel waarin afspraken tussen beide partijen zijn vastgelegd over het eerder tolvrij maken van de Westerscheldetunnel voor personenverkeer per 1 januari 2025. De ambitie van de Provincie Zeeland is een vervroegde tolvrije Westerscheldetunnel voor al het verkeer. Dit vraagt een (extra) financiële impuls van het Rijk. De bestuursovereenkomst leidt ertoe dat de inkomsten van de NV Westerscheldetunnel (WST) vanaf 2025 voor een substantieel deel vast zijn, terwijl een groot deel van de kosten variabel zijn. Dat kan er toe leiden dat de WST onvoldoende mogelijkheden heeft haar inkomsten te vergroten op het moment dat de variabele kosten aanzienlijk toenemen. In dat geval zal zij een beroep doen op de aandeelhouder (Provincie) ter dekking van die kosten.

Tot slot heeft de WST op 6 juni 2024 een persbericht met betrekking tot de betonschade Westerscheldetunnel uitgebracht. In mei 2025 heeft de Westerscheldetunnel gecommuniceerd dat het herstel in  2027 zal plaatsvinden. Naast het herstel, is ook het daarbij komende bereikbaarheidsplan onderdeel van de project- of overlegstructuur met de Westerscheldetunnel, gemeente Borsele en Terneuzen. Dat moet leiden tot een veilige, doch kostenefficiënte oplossing voor de breuk en een bereikbaarheidsplan voor Zeeland met een breed draagvlak. De provincie Zeeland pakt regie in het opstellen van het bereikbaarheidsplan, waarvoor extra tijdelijke middelen benodigd zijn.  De kosten voor het herstel zijn op dit moment nog niet in beeld. Afhankelijk van de omvang van de kosten kan dat betekenen dat zij hiervoor een beroep doen op de aandeelhouder (Provincie) ter dekking van die kosten.

Middelburg

9 november 2007

Impuls Zeeland is voor de Provincie een partner bij het ontwikkelen en stimuleren van de Zeeuwse economie. Impuls Zeeland moet het gat dichten tussen ideeën en eerste planontwikkeling en de daadwerkelijke uitvoering van projecten. Impuls Zeeland speelt als regionale ontwikkelingsmaatschappij in op kansen die zich voordoen voor de Zeeuwse economie. Als aanjager ontwikkelt Impuls Zeeland nieuwe initiatieven en projecten in regionale en (inter)nationale samenwerkingsverbanden. De doelstellingen van de Provincie Zeeland voor Impuls Zeeland zijn opgenomen in het Economisch Uitvoeringsprogramma 2024-2028 en zijn gekoppeld aan het coalitieakkoord 2023-2027 'Met Zeeland, voor Zeeland'.

Ondernemend Zeeland.

De Provincie heeft 66% (98.977 aandelen) van het stemrecht in de AvA. De aandeelhouders bestaan naast de Provincie uit onder andere de dertien Zeeuwse gemeenten. De vennootschap wordt bestuurd door één directeur. Het toezicht wordt uitgevoerd door de Raad van Commissarissen (RvC) van drie leden. De leden van de RvC worden aangesteld door de aandeelhouders. Geen van de leden van de directie of RvC is direct of op voordracht van de Provincie Zeeland benoemd. 

Impuls Zeeland werkt aan ontwikkelingen die bijdragen aan een duurzaam en toekomstbestendig Zeeland: met name aan het geven van een impuls aan initiatieven die bijdragen aan de voedsel-, energie- en grondstoffentransitie (circulaire economie) en digitalisering met een duurzaam verdienvermogen.

Impuls heeft drie kerntaken:

• Investeren: Impuls Zeeland financiert en begeleidt innovatieve start-ups, scale-ups en mkb-bedrijven in Zeeland. Daarnaast zet men in toenemende mate in op waardecreatie bij bedrijven in portfolio.
• Innoveren: Impuls Zeeland helpt ondernemers bij het omzetten van ideeën naar toekomstbestendige innovaties die bijdragen aan de voedsel-, energie- en grondstoffentransitie (circulaire economie) en digitalisering in een aantal Zeeuwse topsectoren (logistiek, vrijetijdseconomie, agrifood). Impuls Zeeland richt zich hierbij niet alleen op de ontwikkeling van innovatieve technieken, maar vooral op de toepassing ervan.
• Internationaliseren: Impuls Zeeland zet Zeeland op de kaart en sluit aan bij de Invest in Holland strategie. Het zwaartepunt ligt bij projecten die waarde toevoegen. Men helpt bedrijven die in Zeeland zaken willen doen. Impuls Zeeland geeft advies en begeleiding bij het vinden van een vestigingslocatie, financiering, afzetmarkten, samenwerkingspartners en netwerken. Impuls Zeeland stimuleert internationaal zaken doen.

Bezoldiging bestuurder valt binnen de WNT-norm.

Geen.

€ 0 (gebaseerd op jaarrekening 2023, laatst vastgesteld)

€ 0 (gebaseerd op jaarrekening 2023, laatst vastgesteld)

Er zijn geen garanties verleend aan Impuls Zeeland. De Provincie Zeeland verstrekt een integrale kostensubsidie aan Impuls Zeeland. Indien de Provincie overgaat tot verkoop van de aandelen, dan is het wettelijk niet mogelijk om de integrale kostensubsidie in één keer stop te zetten. De subsidie aan Impuls Zeeland is meerjarig in de provinciale begroting opgenomen.

Den Haag

5 mei 1954

Het verzorgen van rendabele financiële dienstverlening tegen lage tarieven voor overheden en instellingen uit de semipublieke sector zowel in goede als in slechte tijden.

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.

Het bestuurlijk belang bestaat uit 0,11% stemrecht in de AvA.

Het verzorgen van rendabele financiële dienstverlening tegen lage tarieven voor overheden en instellingen uit de semipublieke sector zowel in goede als in slechte tijden.

De NWB beoogt in haar beloningsbeleid haar maatschappelijke rol als bank van en voor de publieke sector te weerspiegelen. Dit uit zich in een gematigd en duurzaam beloningsbeleid dat past binnen de strategie, het risicoprofiel en de risk appetite van de NWB, dat eenduidig en transparant is en in lijn met nationale en internationale regelgeving. Daarnaast is het beleid van de NWB gericht op het aantrekken en behouden van gekwalificeerd en deskundig personeel.

Door de Provincie Zeeland is geen aandeelhoudersstrategie vastgesteld.

De nettowinst van de NWB Bank is in 2024 uitgekomen op € 94 miljoen. Het verwacht resultaat over 2025 en 2026 is onbekend.

De directie NWB Bank heeft in 2019 richting de aandeelhouders gecommuniceerd er naar te streven een meerjarig bestendig dividend uit te keren dat past binnen een bandbreedte van de pay-out ratio van 40-60% waarbij een bedrag van € 40 miljoen per jaar is genoemd. In de meerjarenraming van de Provincie Zeeland is geen dividend van de NWB Bank geraamd.

Schatting gebaseerd op het saldo per 1 januari 2025 uit de vastgestelde jaarrekening 2024.

Schatting gebaseerd op het saldo per 1 januari 2025 uit de vastgestelde jaarrekening 2024.

De Provincie voorziet geen risico's.

Middelburg

GBE Aqua B.V. komt voort uit de verkoop van de aandelen Evides door ZEH (toen nog PZEM) aan haar aandeelhouders. In de vergadering van 23 juli 2021 hebben Provinciale Staten van Zeeland besloten tot oprichting van- en deelname aan GBE Aqua B.V. Op 8 december 2021 heeft ZEH de aandelen Evides verkocht aan GBE Aqua. 

Het waarborgen van het wettelijk gedefinieerde publiek belang conform de drinkwaterwet. Voor Evides is dit het leveren van continu, betrouwbaar drinkwater. 

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien.

Het bestuurlijk belang bestaat uit 50,051% stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA).

De vennootschap heeft ten doel het houden en beheren van aandelen in Evides en het uitoefenen van stemrecht daarop.

Op de bezoldiging van de directeur van GBE Aqua holding is de WNT-norm van toepassing. 

In lijn met de beleidsnota verbonden partijen wordt er vanuit GBE Aqua een aandeelhouderstrategie voor Evides opgesteld. 

Het verwacht financieel resultaat van GBE Aqua over 2026 is - € 49.311.

Het vrij besteedbare dividend van Evides en GBE Aqua is in 2026 naar verwachting ongeveer € 3,0 miljoen. 

De Provincie Zeeland heeft een kapitaalbelang van 50,051% in GBE Aqua B.V. 

Schatting gebaseerd op laatst vastgestelde jaarrekening 2024.

Schatting gebaseerd op laatst vastgestelde jaarrekening 2024. 

Omdat de lening binnen GBE Aqua in 2024 volledig is afgelost bestaat er voor de Provincie Zeeland geen garantieverplichting meer in 2026. Het risico dat de Provincie Zeeland wordt aangesproken op haar garantieverplichting is hiermee komen te vervallen. 

Vlissingen

1 januari 2015

Een efficiënte, regelmatige, betrouwbare fiets-voet-veerverbinding over de Westerschelde tussen Vlissingen en Breskens. 

Mobiliteit op maat.

De Provincie Zeeland is 100% aandeelhouder.

Deze vennootschap heeft ten doel om in opdracht van de Provincie Zeeland een fiets-voet-veerverbinding over de Westerschelde - met bijbehorende werken - tussen Vlissingen en Breskens vice versa in stand te houden en te exploiteren, inclusief het noodzakelijk alternatief busvervoer tussen Vlissingen en Breskens vice versa.

Bezoldiging directeur valt binnen de WNT-norm.

Niet van toepassing.

Over het boekjaar 2026 wordt een positief financieel resultaat verwacht van € 232.754 (bron: Beleidsplan Westerschelde Ferry 2025).

€ 0

100%

Schatting gebaseerd op laatst vastgestelde jaarrekening 2024 en mutatie gebaseerd op het Beleidsplan 2025.

Schatting gebaseerd op de laatst vastgestelde jaarrekening 2024.

Op 4 juli 2024 heeft Gedeputeerde Staten Provinciale Staten laten weten het proces op te willen gaan starten gericht op bouw van nieuwe schepen voor de Westerschelde Ferry en dit te doen als project van de Provincie Zeeland. Daarbij is ten aanzien van de exploitatie gemeld: “Vooralsnog gaan wij daarbij uit van het handhaven van de status van Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB), zoals eerder door uw Staten besloten. Deze diensten bevinden zich op het grensvlak tussen publieke belangen op nationaal en decentraal niveau en de regels van de interne markt. Voorbeelden van DAEB’s zijn onrendabele openbaarvervoersdiensten, sociale verzekeringsdiensten en publieke omroepdiensten. Decentrale overheden mogen deze diensten beleggen bij een onderneming, als de markt de diensten onvoldoende oppakt of deze niet tegen maatschappelijk aanvaardbare voorwaarden verricht. Op grond van de categorisering als DAEB wordt de exploitatie ondergebracht bij de Westerschelde Ferry BV. “

Op 15 november 2024 heeft Provinciale Staten het statenvoorstel startnotitie Vervanging schepen Westerschelde Ferry vastgesteld en dit als groot project benoemd. Dit betekent dat in verschillende fasen toegewerkt zal worden naar een voorstel over vervanging van de huidige schepen. Een besluit daarover dient te worden genomen aan het einde van de ontwerpfase. Tot midden 2025 loopt voorafgaand aan de ontwerpfase nog de definitiefase, waarin het project eerst nader wordt gekaderd. Wanneer niet voor 1 januari 2029 tot nieuwe schepen kan worden gekomen wordt voorzien dat investeringen in de huidige schepen noodzakelijk zijn. 

De Provincie Zeeland heeft als 100% aandeelhouder een financieel risico dat zij in haar rol als aandeelhouder aanvullende middelen aan de Westerschelde Ferry BV ter beschikking dient te stellen (agiostorting) in het geval het Eigen Vermogen van de Westerschelde Ferry BV onvoldoende zou zijn om mogelijke negatieve financiële resultaten veroorzaakt door o.a. tegenvallende aantallen passagiers, onverwachte hoge onderhoudskosten, stijgende brandstofkosten en een stijging van de energieprijzen, op te kunnen vangen.

Een bijkomend risico wat nu al gelopen wordt is vroegtijdige vervanging door onherstelbare schade van een van de motoren van de huidige schepen. Omdat vanuit de Europese Standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor schepen (ES-TRIN) het wisselen van een bestaande motor niet meer is toegestaan. Om het risico te mitigeren zijn de volgende mitigaties voorzien: 

• Plan A: alles in het werk stellen om de planning te halen. Dit mitigeert alleen het risico van de herkeuring 2029.
• Plan B: IL&T -> dispensatie geldende wet- en regelgeving. Dit mitigeert beide benoemde risico's.
• Plan C: tijdelijke inzet van andere schepen. Dit mitigeert beide benoemde risico's.
• Plan D: vervangen van de motoren in de bestaande schepen door dieselmotoren die minder milieubelastend zijn. Uit een eerste onderzoek blijkt dat de investering ongeveer € 1,8 en € 3,1 miljoen per schip bedraagt.

Dit risico is ook opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Vlissingen

2018

Het fonds is opgericht om aan startende en (door)groeiende ondernemers start-, ontwikkel- of groeikapitaal te verstrekken. Het Rijk, Provincie Zeeland en N.V. Economische Impuls Zeeland werken hierbij samen aan een Zeeuwse financieringsinfrastructuur; aansluitend bij de behoeften van het regionaal bedrijfsleven en revolverend van aard. 

Vanuit het compensatiepakket 'Wind in de zeilen' heeft het Rijk haar inbreng in het Investeringsfonds Zeeland met een bedrag van € 20 miljoen vergroot. Aanvullend is in het kader van de versterking van het fondsvermogen van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) door het Rijk en de Provincie Zeeland gezamenlijk € 5,4 miljoen beschikbaar gesteld om de solvabiliteitspositie van veelal innovatieve mkb-bedrijven te versterken.

Voor financiering van innovatieve ondernemers worden (door Impuls) drie fondsen beheerd:

1. Het regionale fonds Vroege Fase Financiering (VFF) verstrekt leningen aan innovatieve starters. Zij gebruiken deze lening om te onderzoeken of hun idee een kans van slagen heeft op de markt. De VFF moet ervoor zorgen dat ideeën van de planfase in de startfase komen.
2. InnoGo! begeleidt en/of financiert Zeeuwse innovatieve startende of mkb ondernemers, waarvan de (technische) innovatie zich in de ontwikkelfase bevindt. Dit fonds verstrekt leningen tot maximaal € 350.000
3. Het Zeeuws Participatiefonds investeert in Zeeuwse innovatie en snelgroeiende mkb-bedrijven in de vroege groeifase, waarvan de innovatie reeds op de markt is. Dit gebeurt in de vorm van een achtergestelde lening, deelname in aandelenkapitaal of een combinatie van beide. Per participatie geldt op dit moment een maximum van € 2.500.000.

Verder heeft Impuls een fonds voor het deelnemen in, het (doen) begeleiden van ondernemers en ondernemingen die een bijdrage leveren aan de vrijetijdseconomie in de Provincie Zeeland, het zogenaamde Fonds Verblijfseconomie Zeeland (leningen tussen de € 200.000 en € 750.000).

Innovatie is de motor van concurrentiekracht, het economisch perspectief op lange termijn en een belangrijke drijver van welvaartsgroei.

Ondernemend Zeeland.

De Provincie heeft 29,1% van de aandelen. De aandeelhouders bestaan naast de provincie uit N.V. Economische Impuls Zeeland (23,6%) en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (47,3%).

Doel van het IFZ is het realiseren van een Zeeuwse financieringsinfrastructuur die aansluit bij de behoeften van het regionaal bedrijfsleven. Dit om de economische ontwikkeling in Zeeland te stimuleren en de positie en (internationale) concurrentiekracht van Zeeland en Nederland te versterken.

Het IFZ heeft geen personeel in dienst, maar huurt de expertise van N.V. Economische Impuls Zeeland in. De directeur van Impuls Zeeland is uitvoerend bestuurder.

Niet van toepassing.

-/- € 250.000 (verwacht geconsolideerd verlies voor 2026, schatting)

€ 0

Het IFZ verstrekt (hoog)risicodragend kapitaal. Risico hierbij is dat verstrekte leningen aan participaties in ondernemingen niet volledig terugvloeien naar het IFZ, waarmee het beschikbare kapitaal bij het IFZ in de loop van de tijd afneemt. Gevolg hiervan is dat er minder nieuwe leningen / participaties kunnen worden aangegaan. Het risico voor de provincie Zeeland is beperkt tot de aandelenparticipatie in het IFZ.

Terneuzen

11 juni 2008

De Provincie is in december 2016 toegetreden als aandeelhouder om uitvoering te kunnen blijven geven aan de mobiliteitsgarantie in de vorm van de haltetaxi, waarvoor de Gemeentelijke Vervoerscentrale Zeeland B.V. de ritplanning verzorgt.

Mobiliteit op maat

2.000 preferente aandelen en heeft daarmee voor 9% zeggenschap in de vennootschap.

De Gemeentelijke Vervoerscentrale Zeeland B.V. verzorgt voor gemeenten en samenwerkingsverbanden de ritplanning van het doelgroepenvervoer en voor de Provincie de ritplanning van het haltetaxivervoer.

Het salaris valt binnen de maximale bezoldiging volgens de WNT.

Niet van toepassing.

€ 0

Er is geen sprake van dividenduitkering.

De vaste provinciale exploitatiebijdrage voor 2026 (centrale kosten) is circa € 120.000.

Nihil, omdat Provincie niet risicodragende aandelen bezit.

Den Haag

1986

De vereniging IPO is een samenwerkings- en overlegorgaan van alle provincies. De gezamenlijke uitvoeringsorganisatie (BIJ12) maakt formeel onderdeel uit van het IPO.

Bestuur.

Het bestuur bestaat uit twaalf leden, één gedeputeerde per provincie en een onafhankelijke voorzitter. Ieder bestuurslid heeft een eigen inhoudelijke portefeuille. De termijn van het bestuur is gelijk aan de termijn van de Provinciale Staten: vier jaar.

De Algemene Vergadering (AV) bestaat uit 24 leden die zijn voorgedragen door Provinciale Staten: twee Statenleden per provincie. De AV voert de 'governance'-rol binnen de vereniging uit. De AV benoemt het bestuur en verleent goedkeuring aan de meerjarenagenda, de jaarplannen, het jaarverslag, de jaarrekening en de begroting van het IPO.

Het IPO heeft als doelstelling het behartigen van de belangen van provincies en het bieden van een platform voor lobby, overleg, uitwisseling en innovatie.

Bezoldiging bestuurder valt binnen de Wet Normering Topinkomens (WNT).

Niet van toepassing.

€ 0 volgens de Concept Begroting 2026 welke behandeld is in de Algemene Vergadering (AV) van het IPO op 24 juni 2025. De definitieve begroting 2026 wordt pas in november 2026 door de AV van het IPO vastgesteld en is nog niet beschikbaar.

Niet van toepassing.

Provincie Zeeland draagt in 2026 op basis van de concept Begroting 2026 € 4.639.000 bij in de kosten (op een begroot totaal van € 78.969.000). Dit is exclusief de geschatte kosten voor de open-einde regeling faunaschade ad € 3.065.0000.

Schatting gebaseerd op de laatst vastgestelde jaarrekening 2024, begroting 2025 en concept begroting 2026.

Schatting gebaseerd op de laatst vastgestelde jaarrekening 2024, begroting 2025 en concept begroting 2026.

De Provincie voorziet geen risico's, echter bij gezamenlijke besluitvorming over uitbreiding van taken voor IPO/BIJ12 bestaat de mogelijkheid dat de deelnemersbijdrage stijgt (naast reguliere indexering).

Brussel (B)

2000

Samenwerkingsorgaan voor het verbeteren van de internationale contacten en relaties tussen de Nederlandse Provincies en de Europese en andere nationale en lokale overheden. EU belangenbehartiging van de Provincie Zeeland garanderen en (deels) in te kaderen in de gezamenlijke interprovinciale EU belangenbehartiging.

Bestuur.

Het bestuur bestaat uit dertien leden, één gedeputeerde per provincie en een vertegenwoordiger van het IPO. Ieder bestuurslid heeft een eigen inhoudelijke portefeuille. De termijn van het bestuur is gelijk aan de termijn van de Provinciale Staten: vier jaar.

Het volgen en beïnvloeden van Europees beleid en regelgeving. Het versterken  van de internationale contacten, relaties en lobby gekoppeld aan de Zeeuwse belangen in Brussel.  

Bezoldiging bestuurder valt binnen de Wet Normering Topinkomens (WNT).

Niet van toepassing.

Volgens de Begroting 2025 en het meerjarig perspectief 2026-2028 € 0. Er is nog geen (concept) begroting 2026 beschikbaar. De definitieve begroting 2026 wordt pas in november 2025 door de AV van het HNP vastgesteld.

Niet van toepassing.

Provincie Zeeland draagt in 2025 € 84.000  bij op een totale begroting van € 1.217.800. Dit bedrag zal voor 2025 nog geïndexeerd worden bij vaststelling van de Begroting 2026.

Schatting gebaseerd op de laatst vastgestelde jaarrekening 2024 en begroting 2025.

Schatting gebaseerd op de laatst vastgestelde jaarrekening 2024 en begroting 2025.

De Provincie voorziet geen risico's, echter indien het HNP bestuur besluit tot uitbreiding van taken en/of extra activiteiten voor het HNP bestaat de mogelijkheid dat de deelnemersbijdrage stijgt. 

Middelburg

28 juni 2022 door middel van statenvoorstel FEZ-614.

De betrokkenheid van de Provincie vloeit voor uit de wet milieubeheer. Het Nazorgfonds is een "spaarpot" waaruit de kosten van de nazorg van relatief jonge stortplaatsen wordt gedekt. 

Woonplaats Zeeland.

De Provincie Zeeland is 100% financieel en bestuurlijk verantwoordelijk na sluiting van de stortplaats. Het college vormt het dagelijks- en algemeen bestuur: 

• Dagelijks bestuur Dhr. J. de Bat (Financiën) en Dhr. B.L.L. van der Velde (Milieu).
• Algemeen bestuur (voltallig college).

Het Nazorgfonds heeft 2 doelstellingen:

• De middelen zo goed mogelijk beheren zodat de eeuwigdurende nazorg bekostigd kan worden.
• Zorgdragen dat de middelen alleen aan dit doel besteed worden.

Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

Het verwacht financieel resultaat is € 0, uitgaande van 5% rendement.

Niet van toepassing.

Op de voorzieningen dient het fonds een rendement te behalen van 5%. Afwijkingen in het gerealiseerde beleggingsrendement verlopen via de egalisatiereserve beleggingsresultaten .

Financiële risico’s: 

Nadat een sluitingsverklaring wordt afgegeven voor een stortplaats gaat de nazorgfase van start. Als na het afgeven van een sluitingsverklaring blijkt dat in het Nazorgfonds onvoldoende vermogen aanwezig is om de eeuwigdurende nazorg te kunnen bekostigen, komen aanvullende kosten voor rekening van de provincie en is het verhalen op de exploitanten niet meer mogelijk. Ook ontstaat er een financieel risico wanneer het werkelijke beleggingsrendement van het Nazorgfonds lager is dan het doelrendement (rekenrente voor doelvermogen en heffing) of wanneer het op te brengen doelvermogen te laag blijkt te zijn.

Beheersmaatregelen:

1. Bij het afgeven van een sluitingsverklaring stellen we een financiële eindafrekening op om een tekort of overschot ten opzichte van het doelvermogen bij aanvang van de nazorg te kunnen vereffenen op het moment van overdracht van de stortplaats. We berekenen de benodigde doelvermogens volgens het IPO rekenmodel op basis van goedgekeurde nazorgplannen.
2. Door de vorming van de egalisatiereserve beleggingsrendement egalisatiereserve beleggingsresultaten is er ruimte om tegenvallende rendement op te vangen.

Gent

De oprichting van de BGTS en de deelname van de Provincie Zeeland in de BGTS heeft per 1 december 2021 plaatsgevonden.

Het North Sea Port District, het grondgebied van Vlissingen, Terneuzen, Borsele, Zelzate, Evergem en Gent is een gebied met grote uitdagingen. Vragen over industrie, infrastructuur, voorzieningen, cultuur, wonen en natuur komen in een druk gebied bij elkaar. Om deze vraagstukken beter, sneller en doelgerichter te kunnen adresseren en agenderen werd het samenwerkingsverband North Sea Port District opgericht. Dit samenwerkingsverband is in 2021 de BGTS geworden. Op bestuurlijk en op ambtelijk niveau worden de gezamenlijke grensoverschrijdende ruimtelijke vraagstukken geagendeerd. Verder speelt de BGTS NSPD ook bij de uitvoering van de regiodeal NSPD een rol. De visie van het District wordt als volgt geformuleerd: “In 2050 is het North Sea Port District een plaats waar klimaatneutraliteit en leefbaarheid elkaar versterken. De nabijheid en nauwe samenwerking tussen haven, kernen en landschap is hierbij een grote troef en van cruciaal belang”. Daarnaast is het North Sea Port District ook als (enig grensoverstijgende, van de 16) NOVEX-gebied aangeduid door het Nederlandse Rijk. Het is dus een gebied met  bijzonder groot belang. Deze belang heeft Vlaanderen op de Vlaams - Nederlandse Top van 1 April 2025 ook ondertekend.

Woonplaats Zeeland.

Provincie Zeeland is deelnemer en draagt voor 17% bij in de kosten van de BGTS. De andere deelnemers zijn Gent, Terneuzen, Evergem, Vlissingen, Zelzate, Borsele, Oost-Vlaanderen en Zeeland. 

Grensoverschrijdende vraagstukken agenderen en gezamenlijk oplossen. 

Niet van toepassing.

Er is voor de BGTS geen aandeelhoudersstrategie opgeteld. 

€ 0 (BGTS NSPD heeft enkel een zichtrekening die geen rente genereert)

Niet van toepassing.

De Provincie Zeeland draagt bij in het jaarlijkse budget voor een bedrag van € 17.000. De bedoeling is dat de bijdrage (voor elk partner) in 2026 gaat verdubbelen. Dus voor 2026 zou het  € 34.000 moeten zijn.

Deelname aan BGTS NSPD brengt de verplichting tot het voldoen van een jaarlijkse bijdrage met zich mee. Uittreding uit de BGTS NSPD is volgens de statuten mogelijk op ieder moment, mits dit een jaar van te voren wordt aangegeven.

Middelburg

De BGTS Geopark Schelde Delta en de deelname van de Provincie Zeeland in de BGTS vindt plaats per 1 januari 2025. De Provincie Zeeland is daarbij de administratieve zetel.

Het keurmerk UNESCO Global Geopark Geopark is van toepassing voor een grensoverschrijdend geologisch wetenschappelijk begrenst gebied waar het mondingsgebied van de rivier de Schelde haar invloed heeft. Het omvat de hele provincie Zeeland en delen van de provincies Noord-Brabant, Antwerpen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. Het UNESCO Global Geopark keurmerk is de hoogste mondiale status op gebied van ontstaansgeschiedenis, landschap, natuur, cultuurhistorie en duurzame ontwikkeling in de lijn verleden - heden - toekomst. Klimaatveranderingen en wisselingen in de zeespiegel en de wisselwerking tussen mens en het natuurlijk systeem in het verleden is daarbij het grote thema voor de Schelde Delta wat via educatie, beleving, onderzoek en toerisme wordt geduid aan bewoners en bezoekers. Inspiratie uit het verleden voor de opgaves richting de toekomst. Geoparken leveren daarnaast gelinkt aan de UN een belangrijke bijdrage aan de Sustainable Development Goals van de UN. 

Op 27 maart 2024 is na beoordeling van de aanvraag door UNESCO de status toegekend. Een voorwaarde daarbij is dat het UNESCO Global Geopark Schelde Delta een zelfstandige grensoverschrijdende rechtspersoon is die waakt over de kwaliteit en het goed gebruik van het keurmerk door het grensoverschrijdende partnernetwerk van circa 150 organisaties. Om deze reden is de BGTS Geopark Schelde Delta opgericht door de 5 coordinerende provincies.

Na in alle Provinciale Staten en Provincieraden van de 5 provincies te zijn goedgekeurd is op 28 november 2024 de oprichtingsakte van de BGTS ondertekend door de 5 bevoegde gedeputeerden. 

Balans in landelijk gebied.

Provincie Zeeland is deelnemer en draagt voor 20% bij in de kosten van de BGTS. De andere deelnemers zijn de Provincies Noord-Brabant, Antwerpen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. 

Grensoverschrijdende kwaliteitsborging, samenwerking en goed gebruik van het UNESCO Global Geopark keurmerk. Het coordineren van gezamenlijke profileringsactiviteiten als Geopark Schelde Delta. De samenwerkende partners stimuleren het keurmerk bij relevantie activiteiten toe te passen en uit te dragen. 

Niet van toepassing.

Er is voor de BGTS geen aandeelhoudersstrategie opgeteld. 

De BGTS Geopark Schelde Delta heeft geen zelfstandig werkingsbudget omdat dit bij de afzonderlijke deelnemers is ondergebracht conform de statuten. Er wordt alleen jaarlijks voorzien in een bijdrage aan de BGTS waarmee de verplichte administratieve/financiele planning&control handelingen kunnen worden gefinancierd en waarmee de jaarlijkse contributie aan UNESCO wordt voldaan. 

Niet van toepassing.

De Provincie Zeeland draagt bij in het jaarlijkse budget voor een bedrag van € 2.500.

Deelname aan BGTS Geopark Schelde Delta brengt de verplichting tot het voldoen van een jaarlijkse bijdrage met zich mee. Daarnaast draagt de Provincie Zeeland de verantwoording van administratieve zetel. Uittreding uit de BGTS Geopark Schelde Delta is volgens de statuten mogelijk. 

Brugge (B)

Besluit Provinciale Staten 5 juli 2024.

Het gemeenschappelijk belang van de partijen is tot een gestructureerde grensoverschrijdende samenwerking te komen.

Grote Projecten

De BGTS Landschapspark Zwinstreek bestaat uit de volgende deelnemers:

• De Provincie West-Vlaanderen.
• De Provincie Oost-Vlaanderen.
• De Provincie Zeeland.
• De stad Brugge.
• De stad Damme.
• De gemeente Knokke-Heist.
• De gemeente Maldegem.
• De gemeente Sint-Laureins.
• De gemeente Sluis.

Vertegenwoordiging in de algemene vergadering vindt plaats door één afgevaardigde per deelnemer en aanvullend drie afgevaardigden namens publieke instellingen (landbouwsector, natuursector en erfgoedsector).

1. Het versterken en herstellen van de landschappelijke identiteit en landschapskwaliteit van het gebied vanuit een integrale visie op erfgoed, natuur, landbouw, wonen, bedrijvigheid, recreatie en toerisme.
2. Het bijdragen aan de realisatie van Europese, Vlaamse en Nederlandse beleidsbeslissingen met betrekking tot de landschappelijke identiteit en landschapskwaliteit vermeld in Europese wetgeving, Vlaamse decreten, Nederlandse wetgeving en beleidsplannen.
3. Het aanbieden van een unieke beleving van het landschap en de streek aan zowel lokale als binnen- en buitenlandse bezoekers.

Bezoldiging bestuurder valt binnen de Wet Normering Topinkomens (WNT).

Niet van toepassing.

Het is een rechtspersoon zonder winstoogmerk. Op dit moment is nog geen begroting voor 2026 beschikbaar, dus inschatting is € 0.

Niet van toepassing.

Geschatte aandeel van Provincie Zeeland in de werkingsbijdrage van het parkbureau is € 20.000., de kosten voor de projectmanager € 40.000 en projectkosten € 100.000. 

In 2024 is BGTS opgericht en schatting is gebaseerd op vastgestelde jaarrekening 2024 en inschatting dat resultaten 2025 en 2026 nihil zijn.

De schatting is gebaseerd op vastgestelde jaarrekening 2024.

De provinciale bijdrage is bedoeld als bijdrage in de kosten van het Parkbureau zelf. In deze provinciale bijdrage is geen rekening gehouden met projectkosten, voor projecten aan de Nederlandse zijde van de grens. De uit te voeren projecten richten zich met name op landbouw, zoet water, recreatie, erfgoed en landschap. Ook de provinciale opgaven zullen landen in dit gebied. Het Parkbureau is de gebiedsmakelaar die projecten initieert, combineert, faciliteert en uitvoert. In het Operationeel Plan is een opsomming gemaakt van projecten. Samen met Gemeente Sluis en betrokken partners zal bekeken te worden aan welke projecten Provincie Zeeland deelneemt. Deelname aan een project wordt altijd voorafgaand aan Gedeputeerde Staten ter besluitvorming voorgelegd, waarbij ook de financiële dekking wordt betrokken.

Sint-Gillis-Waas (B)

28 juni 2013

Het is een Europese gemeenschappelijke regeling voor de ontwikkeling van het grensgebied, waarbij het gaat om economie, mobiliteit, natuur, recreatie, cultuurhistorie en leefbaarheid.

Bestuur

Provincie Zeeland is deelnemer en heeft een belang van 12,5%. Andere deelnemers zijn: Provincie Oost-Vlaanderen (B), de gemeenten Hulst, Stekene (B), Beveren (B) en Sint-Gillis-Waas (B) en de (intergemeentelijke) samenwerkingsverbanden Interwaas (B) en Maatschappij Linkerschelde Oever (MLSO) (B).

De EGTS Linieland van Waas en Hulst richt zich op ontwikkeling en groei in de grensstreek met concrete samenwerkingsprojecten op de thema's:

• haven en economie
• mobiliteit
• natuur
• recreatie en cultuurhistorie
• wonen en leefbaarheid

Via de grensoverschrijdende samenwerking worden oplossingen gezocht voor grensknelpunten en het bevorderen van de sociale en economische samenhang in de regio.

Niet van toepassing (geen personeel in dienst).

Niet van toepassing.

Het verwachte resultaat over 2026 is nog niet bekend, omdat de (concept) begroting 2026 van de EGTS nog niet beschikbaar is. Volgens de meerjarenbegroting 2025-2028 is sprake van een sluitende jaarschijf 2026.

Niet van toepassing.

Provincie Zeeland draagt in 2026 bij in werkingskosten secretariaat EGTS zijnde € 24.000 (op grond van meerjarenraming 2025-2028).

* Nog geen resultaat over 2025 (begroot 0) bekend, is saldo per 1 januari 2025 volgens vastgestelde jaarrekening 2024.

** Schatting begroot resultaat = € 0 (op basis van meerjarenraming 2025-2028)

* Nog geen resultaat over 2025 bekend, is saldo per 1 januari 2025 volgens vastgestelde jaarrekening 2024.

EGTS betreft een regionaal samenwerkingsverband. In de huidige systematiek (statuten) is opgenomen dat de provincie per taakonderdeel verantwoordelijkheid kan nemen en dat het belang van de Provincie daarin afgewogen kan worden. Afspraken over provinciale betrokkenheid bij andere thema's dienen apart aan Gedeputeerde Staten te worden voorgelegd.

Gezien de ontwikkeling van de jaarresultaten en het eigen vermogen over de afgelopen jaren is op 21 december 2022 door het bestuur van de Linieraad besloten tot een structurele verhoging van de werkingsbijdragen van de deelnemers met ingang van 2023 met 20% (uitkomend voor Zeeland op € 24.000 per jaar). Verder is besloten om bij uitvoering van specifieke projecten door de EGTS dat ook de personeelsinzet via een vooraf afgesproken verdeelsleutel aan deelnemende projectpartners doorbelast wordt. Met deze maatregelen beoogt de EGTS het financiële beleid robuuster te maken.

Utrecht

Op 31 oktober 2018 is de rechtspersoon Coöperatie Samenwerkingsverband DOVA U.A. bij notariële akte te Utrecht opgericht. De organisatie is ontstaan uit het project GOVI en het project NDOV. 

De coöperatieve vereniging heeft tot doel het ondersteunen en versterken van de samenwerking tussen decentrale overheden die verantwoordelijk zijn voor het aanbesteden en organiseren van openbaar vervoer in Nederland. 

De Provincie Zeeland is lid van de Coöperatieve Vereniging Samenwerkingsverband DOVA U.A., een samenwerkingsverband op het gebied van openbaar vervoer en publieke mobiliteit, bestaande uit de 12 provincies, de Vervoerregio Amsterdam, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en het OV Bureau Groningen Drenthe.

De vereniging ondersteunt beleidsafstemming, kennisdeling en databeheer in het openbaar vervoer. DOVA faciliteert overlegstructuren, verzorgt de jaarlijkse LTI berekening en beheert OV-data. De organisatie werkt thematisch via netwerken aan gezamenlijke opgaven. Activiteiten zijn deels beleidsmatig, deels uitvoerend, en vinden plaats vanuit de werklocatie in Utrecht.

Programma mobiliteit op maat. 

Het samenwerkingsverband telt 15 leden. Elk lid heeft één stem in de ledenvergadering. 

De coöperatie heeft ten doel het faciliteren en ondersteunen van de leden bij collectieve vraagstukken op het gebied van de exploitatie, infrastructuur en services voor reizigers, zoals informatievoorziening over het openbaar vervoer en andere vormen van collectief vervoer of individueel vervoer. Uiteindelijk doel is te komen tot een beter mobiliteitsbeleid van de leden en het realiseren van een doeltreffend en efficiënt vervoer voor de reiziger.

De coöperatie heeft per 31 december 2024 25 medewerkers (21,6 fte) in dienst.

Er is voor deze coöperatieve vereniging geen aandeelhoudersstrategie opgesteld. 

Het verwachte resultaat van Samenwerkingsverband DOVA voor het jaar 2026 is nagenoeg neutraal – er wordt geen winst of verlies begroot.

Totale begrote baten (inkomsten): ca. € 6.714.636
(waarvan € 6.290.103 uit ledenbijdragen, exclusief BISON)

Totale begrote lasten (kosten): eveneens ca. € 6.714.636
(verdeeld over thematische activiteiten, organisatiekosten, BISON, NDOV, etc.)

De begroting is dus in evenwicht. De lasten zijn afgestemd op de baten, met beperkte ruimte voor onvoorziene uitgaven via een generiek werkbudget.

Niet van toepassing.

Provincie Zeeland betaalt in 2026 contributie ter hoogte van 1,7% van de reguliere kosten en 2,78% van de DRIS kosten. 

Het risicomanagement van DOVA is erop gericht om de (schadelijke) gevolgen van risico’s zoveel mogelijk te voorkomen, te beperken dan wel strikt te monitoren. De risico's zijn opgenomen in de risicoparagraaf van de begroting. 

 Andere risico's zijn: 

• Onzekere besluitvorming over voorwaardelijke programma’s. 
  Programma’s als ‘Vanzelfsprekend OV’ (€300.000) en het Imagoprogramma ‘Trots op ons OV’ (€1 miljoen) zijn nog niet definitief goedgekeurd. Bij afwijzing ontstaat er risico op verlies van slagkracht of vertraging in de uitvoering.
• Indexering en prijsstijgingen.
  Hoewel er een indexering van 3,75% is toegepast, blijven de werkelijke inflatie- of loonontwikkelingen onzeker. Dit kan leiden tot tekorten op personeels- of projectbudgetten.
• Projectspecifieke onzekerheden.
  Projecten zoals het dataplatform, MIPOV-vernieuwing en DRIS-ketenbeheer zijn complex en afhankelijk van meerdere partijen. Er is risico op vertraging, overschrijding van kosten of onvoldoende resultaat.
• Onbalans in bijdragen en gebruik.
  Aangepaste verdeelsleutels (zoals hogere vaste voet en DRIS-sleutel) kunnen door sommige leden als oneerlijk ervaren worden, wat risico’s oplevert voor het draagvlak en continuïteit van samenwerking.
• Afhankelijkheid van externe financiering.
  DOVA is voor een aantal projecten afhankelijk van subsidies van het Rijk (IenW). Als die uitblijven of worden verlaagd, kunnen geplande activiteiten niet of slechts deels doorgaan.