De Provincie is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de provinciale wegen en vaarwegen. Als beheerder zorgen wij ervoor dat deze infrastructuur in goede staat verkeert en voldoet aan de geldende wet- en regelgeving.
Tabel 1 biedt een globaal overzicht van de provinciale infrastructuur.
Tabel 1 – Provinciaal areaal infrastructuur (afgerond)
|
Wegen
|
Hoofdrijbaan
|
400 km
|
Fietspaden
|
280 km
|
Parallelwegen
|
110 km
|
Civiele kunstwerken
|
260 stuks
|
Verkeersregelinstallaties
|
25 stuks
|
Lichtmasten
|
3.300 stuks
|
Bewegwijzering
|
1.400 stuks
|
Water
|
Vaarweg
|
15 km
|
Beweegbare bruggen
|
7 stuks
|
Sluizen
|
4 stuks
|
Groen
|
Berm
|
600 hectare
|
Bomen
|
24.000 stuks
|
We hanteren de principes van 'assetmanagement' om de instandhouding van de provinciale wegen en vaarwegen efficiënt te onderhouden. Voor ons betekent assetmanagement: "Het gecoördineerd optimaal beheren van kapitaalgoederen die van waarde zijn voor- en beantwoorden aan de doelen van de organisatie."
Met de principes van Asset Management stellen wij ons in staat niet alleen het regulier beheer en onderhoud uit te voeren, maar ook proactief in te spelen op toekomstige ontwikkelingen. Denk hierbij aan veroudering van infrastructuurobjecten, tekort aan personeel en materialen, duurzaamheidsvraagstukken en klimaatverandering, demografische veranderingen zoals vergrijzing, technologische innovaties en participatie van onze inwoners en belanghebbenden. Onze keuzes worden gebaseerd op de kernwaarden van de organisatie, wettelijke kaders, provinciale doelen en beleidsregels, richtlijnen, input van stakeholders en maatschappelijke trends.
- De prestaties die onze infrastructuur moeten leveren.
- De kosten die daarmee gepaard gaan.
- De risico's die we acceptabel achten.
We maken daarbij onderscheid tussen de wettelijk verplichte taken die voortvloeien uit onze rol al wegbeheerder (basis) en aanvullende maatregelen die bijdragen aan het realiseren van onze ambities en doelen (beleid).
Tabel 2 – Vastgestelde ambitie infrastructurele kapitaalgoederen |
|
Thema |
Vastgestelde ambitie |
Droge kunstwerken |
Basis |
Natte kunstwerken |
Basis |
Elektrotechnische Verkeersvoorzieningen |
Basis |
Verhardingen |
Basis |
Groen |
Basis + Beleid (ecologisch bermbeheer) |
Dienstverlening |
Basis + Beleid (verkeers- en incident management) |
Overige infrastructurele kapitaalgoederen |
Basis |
Het in stand houden van de provinciale kapitaalgoederen verdelen we in drie categorieën:
Dagelijks of regulier onderhoud
Een groot deel van het onderhoud aan de (vaar)weginfrastructuur vindt jaarlijks plaats. Dit betreft dagelijks of regulier onderhoud, waaronder het reinigen van de wegen, het maaien van bermen en het herstellen van (kleine) schades. Voor dit type onderhoud hanteren we de volgende criteria:
- Planbare activiteiten met een frequentie van minder dan 1 jaar.
- Niet-planbare activiteiten, zoals het verhelpen van calamiteiten.
- Activiteiten die niet zijn opgenomen in de reserve voor groot onderhoud.
Groot of planmatig onderhoud
Naast het jaarlijks terugkerend onderhoud voeren we ook werkzaamheden uit die minder frequent voorkomen, maar die relatief goed planbaar zijn. Dit noemen we groot onderhoud. Denk hierbij aan het opnieuw asfalteren van de wegen, het reviseren sluisdeuren en het vervangen van lichtmasten. Om deze werkzaamheden duurzaam te kunnen uitvoeren, is een financiële reserve ingesteld. Deze reserve groot onderhoud waarborgt dat er voldoende budget beschikbaar is voor een periode van tien jaar.
Onder de reserve groot onderhoud vallen:
- Planbare werkzaamheden met een frequentie van meer dan 1 jaar.
- Vervanging van objectonderdelen van infrastructuurobjecten.
- Vervangen van volledige objecten met een maximale investeringswaarde van € 250.000.
Vervanging en Renovatie
Vervanging en renovatie betreft het vernieuwen van volledige infrastructuurobjecten, waarbij de kosten minimaal €250.000 bedragen. Voorbeelden zijn het vervangen van een viaduct of het reconstrueren van bruggen over het Kanaal door Walcheren. De financiële dekking van deze werkzaamheden valt buiten de reserve voor groot onderhoud.
De afschrijvingslasten nemen bij deze opgave geleidelijk toe. Een groot deel van de Zeeuwse provinciale infrastructuur is aangelegd tussen de jaren 1950 en 1980. Objecten zoals bruggen, viaducten, sluizen, wegen etc. naderen door materiaalveroudering en de steeds toenemende belasting door zwaarder en intensiever verkeer het einde van hun theoretische technische levensduur. De groeiende behoefte aan grootschalig onderhoud, renovatie en mogelijke vervanging doet zich voor in een tijd waarin middelen als tijd, budget en personeel steeds schaarser worden. Om deze uitdaging het hoofd te bieden, is er een reserve voor vervanging en renovatie ingesteld. Deze reserve is bedoeld om pieken in afschrijvingslasten te egaliseren.
De geschatte kosten voor het onderhoud van de provinciale infrastructuur zijn opgenomen in de tabellen 3 en 4.
Tabel 3 – Kosten onderhoud infrastructuur (× €1.000)
|
2026
|
2027
|
2028
|
2029
|
Wegen
|
10.193
|
10.573 |
9.959
|
9.416
|
Vaarwegen
|
5.601 |
4.530 |
4.324 |
3.525
|
Groen
|
1.488
|
1.670
|
1.575
|
1.555
|
Totaal onderhoud infra
|
17.281
|
16.772
|
15.858
|
14.496
|
Tabel 4 – Kosten (vervangings)investeringen infrastructuur (× €1.000)
|
2026
|
2027
|
2028
|
2029 |
Wegen
|
10.625 |
16.550 |
26.500 |
16.557 |
Vaarwegen
|
PM
|
PM
|
PM
|
PM
|
Groen
|
PM
|
PM
|
PM
|
PM
|
Totaal investeringen infra
|
10.625
|
16.550 |
26.500
|
16.557
|
De genoemde bedragen in tabel 4 zijn gebaseerd op het totale investeringskrediet. De investeringen schrijven we af volgens het Besluit begroting en verantwoording en de financiële verordening van de Provincie Zeeland. Hierdoor verdelen we de totale kosten over de periode waarin we de investering gebruiken.