- Garantstelling Hulst i.v.m. Perkpolder
- Thermphos
- Waterdunen beheer
- Wettelijke milieutaken (BRZO taken en evaluatie P*Q)
- Garantstelling ZB
- Controle POP 2 en POP 3 en Europese subsidies
- Tekort in Faunafonds
- Wijziging licentiestructuur
- Schadeclaim
Ten behoeve van het risicoprofiel wordt naast de kwartaalrapportages van grote projecten ook bij het opmaken van de begroting en jaarrekening een risico-inventarisatie gehouden. Onderstaande risico’s zijn meegenomen bij de berekening van de ratio weerstandsvermogen. Op basis van de risicosimulatie blijkt dat de mate van invloed op de omvang van de benodigde risicobuffer voor de risico’s verbonden aan Perkpolder, Thermphos, Waterdunen beheer en Wettelijke milieutaken RUD/DCMR het grootst zijn. Naast deze 4 risico’s is het risico met betrekking tot schadeclaims als gevolg van een uitspraak over de PAS ook toegelicht. Dit risico is momenteel onvoldoende in te schatten en is daarom alleen tekstueel toegelicht.
Perkpolder
In het derde kwartaal van 2017 hebben PS besloten het project Perkpolder volledig over te dragen aan de gemeente Hulst, gezien de fase waarin het project zich verkeerde, en haar aandelen in Perkpolder Beheer BV te verkopen aan de gemeente Hulst. De gemeenteraad van Hulst heeft besloten deze aandelen inderdaad over te nemen en het project zelfstandig voort te zetten. In het vierde kwartaal van 2017 is de uittreding van de Provincie formeel tot stand komen. De provincie is per 1-1-2018 geen aandeelhouder meer en heeft haar grondvoorraad Perkpolder verkocht aan Perkpolder Beheer BV. De provincie staat na uittreding nog wel garant voor een maximum bedrag van € 3,3 miljoen ter beperking van de financiële risico’s van de gemeente Hulst. De garantstelling eindigt 31 december 2026.
Thermphos
Als uitvloeisel van het rapport Samsom is in december 2017 door het Rijk, NV Zeeland Seaports en de provincie Zeeland de financiële overeenkomst sanering Thermphos ondertekend. In deze overeenkomst hebben de drie partijen afspraken gemaakt over het ter beschikking stellen van een taakstellend budget van € 129,5 miljoen. In deze overeenkomst is opgenomen dat financiële tegenvallers en meevallers ten opzichte van het taakstellende budget door Partijen in gelijke delen, namelijk ieder voor 1/3 deel, worden gedeeld.
Gezien de financiële bijdrage en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor mee- en tegenvallers stuurt de Provincie als mede-opdrachtgever op de opdracht voor de sanering, de kosten en de risicobeheersing. Van Citters Beheer levert hiervoor kwartaalrapportages en de stuurgroep ‘Sanering voormalig Thermphos terrein’ stelt de kwartaalrapportages vast. De prognose van VCB is dat de fysieke sanering eind 2020 zal zijn afgerond, binnen het beschikbare budget. De administratieve afhandeling zal dan medio 2021 gereed zijn. Het risico voor de Provincie is op basis van de kwartaalrapportage Q2-2019 van VCB op gelijk niveau gehouden.
Waterdunen
Voor Waterdunen is er een harde knip aangebracht tussen de uitvoerings- en beheerfase van Waterdunen. De risico’s van de uitvoeringsfase zijn onderdeel van het grote project Waterdunen en worden toegelicht in de kwartaalrapportage van Waterdunen. De risico’s van de beheerfase zijn door de knip geen onderdeel van het grote project en worden meegenomen in de berekening van het provinciaal risicoprofiel.
In de beheerfase gaat het om het beheer en onderhoud van het gebied Waterdunen. Op hoofdlijnen is duidelijk dat beheer en onderhoud na de grondoverdracht /-uitruil aan de projectpartners toekomt en zij als nieuwe eigenaren hiervoor verantwoordelijk zijn. In de beheerfase is de provincie echter voor enkele jaren mede-risicodrager voor de inlaatkreek en de zandvang. De financiële gevolgen van risico’s in deze periode zijn ingeschat en meegenomen in de berekening van de benodigde provinciale risicobuffer.
Een blijvend belangrijk risico heeft betrekking op het definitief openen van de getijdenduiker in Waterdunen. De kans is aanwezig dat er aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Zodra meer duidelijkheid is over de aanvullende maatregelen en de bijhorende risico’s van de gekozen oplossingsrichting worden deze geraamd in de GREX 2020. Dan wordt ook duidelijk wat de consequenties zijn voor de post onvoorzien en de benodigde risicobuffer van het project. Dit risico is daarom niet meegenomen in de huidige berekening van het benodigde weerstandsvermogen.
Wettelijke milieutaken RUD / DCMR
Als gevolg van het overbrengen van de Brzo-taak bij DCMR is dit risico ten opzichte van de 2e kwartaalrapportage 2019 sterk verlaagd. De DCMR Milieudienst Rijnmond gaat beoordelen of de door de RUD Zeeland aan haar overgedragen werkzaamheden inzake het verlenen van milieuvergunningen en het houden van toezicht op o.a. het gebied van lucht, bodem, geluid en water ten aanzien van bedrijven die vallen onder het BRZO regime voldoen aan de door haar gehanteerde kwaliteitseisen. Dit kan extra kosten met zich meebrengen. Voorts wordt momenteel de evaluatie van het P*Q systeem uitgevoerd waaruit kan blijken dat een structureel hogere bijdrage aan de RUD nodig is voor de uitvoering van de werkzaamheden die zij voor de provincie blijft uitvoeren.
Stikstofdossier Voormalig PAS
Eind mei 2019 heeft de Raad van State een uitspraak gedaan in diverse voorliggende zaken rondom de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof). Deze uitspraak houdt in dat het PAS niet langer hanteerbaar is als toetsingskader voor het verlenen van vergunningen in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb). Sinds deze uitspraak ligt de toestemmingsverlening voor initiatieven met een stikstofuitstoot, die een negatief effect hebben op overbelaste stikstofgevoelige habitats, stil. Dit zorgt voor stagnatie van veel projecten en plannen door het gehele land. Deze stagnatie kan financiële gevolgen hebben voor de provincie Zeeland bij projecten waarvan wij initiatiefnemer zijn en bij projecten waarvoor wij (grotendeels) bevoegd gezag zijn voor de vergunningverlening Wnb. De omvang van de eventuele financiële gevolgen is momenteel niet aan te geven.
Garantstellingen
De garantstellingen maken deel uit van de uitvraag naar risico’s. De provincie heeft een aantal garantstellingen afgegeven voor verbonden partijen. Hierin schuilt een risico, aangezien de financiële realiteit van een organisatie ertoe kan leiden dat schuldeisers aanspraak maken op de betreffende garantstelling. Het grootste deel van de garantstelling is beschikbaar gesteld aan North Sea Port. Nort Sea Port heeft een gezonde eigen vermogenspositie. Daarnaast is het beleid van de provincie gericht op het afbouwen van de garantstellingen in omvang en aantal.