Het landelijk gebied herbergt een krachtige en dynamische agrarische keten. De landbouw is niet alleen belangrijk voor de regionale economie, maar ook als drager van het Zeeuwse landschap. Het produceren van kwalitatief hoogwaardig (en veilig) voedsel staat centraal. Ook wordt genoten van de zeer gewaardeerde natuurlijke omgeving en de waardevolle natuurgebieden die, soms complementair en soms verweven met de landbouw, mededrager zijn van een vitaal platteland. De staat waarin natuur en landbouw verkeren zijn daarmee cruciaal voor de vitaliteit van Zeeland.
Natuur is een kerntaak van de Provincie. Het gaat dan om alle facetten van het natuurbeleid: -ontwikkeling, -beheer, -bescherming, -herstel, verbreding en -beleving. De ambities en richting van het natuurbeleid liggen vast in de door Provinciale Staten vastgestelde Natuurvisie 2017-2022. Tevens zijn voor de onderdelen soortenbescherming/-beleid, faunabeleid en gebiedsbescherming meer op detailniveau de kaders door Provinciale Staten bepaald via de beleidsnota Natuurwetgeving. Zowel uit de Natuurvisie als uit de Beleidsnota Natuurwetgeving volgen een aantal concrete actiepunten voor 2020 en verder. Tegelijkertijd is onderkend dat met alleen het aanleggen van de restantopgave van natuur en goed natuurbeheer en -herstel de doelen op het gebied van biodiversiteit onvoldoende worden bediend. Een opgave die we voor het landelijk gebied verder invullen door in te zetten op het ondersteunen van de transitie naar een meer (zowel economisch als ecologisch) volhoudbare landbouw. In uw Staten zijn hierover ook moties aangenomen die dit ondersteunen.
Het realiseren van een transitie naar een meer volhoudbare landbouw wordt noodzakelijk geacht omdat de sector steeds vaker tegen grenzen aanloopt. Tekorten aan zoet water, wateroverlast, achteruitgang van de bodemvruchtbaarheid en bodembiodiversiteit, afname van waterkwaliteit, achteruitgang van biodiversiteit, toename uitstoot van stikstof, fosfaat, etc. zijn de (on)zichtbare bijkomstigheden die in de landbouw leven. Tegelijkertijd is de (productie)druk op de landbouw groot en zijn de eisen vanuit de keten fors, terwijl het inkomen van de boer door hogere kosten steeds meer onder druk komt te staan. Het bevorderen van kringlopen en in het verlengde daarvan het verhogen van de grondstoffenefficientie zijn opgaven die hier een bijdrage aan dienen te leveren.
Binnen het programma wordt daarbij uitwerking gegeven aan de vertaling van landelijk beleid naar de regio. Concreet heeft dit betrekking op de doelstellingen van de Landbouwvisie en het Klimaatakkoord voor de tafel Landbouw en Landgebruik. Ook vindt uitwerking van de Bossenstrategie van de Minister van LNV plaats.
Zowel de transitieopgave naar een volhoudbare landbouw als de doelstellingen biodiversiteit pakken we gezamenlijk als natuur en landbouw binnen dit programma op. Dit doen we niet alleen maar in overleg met o.a. de landbouwsector, natuurorganisaties en ondernemers. Belangrijke speerpunten zijn in ieder geval het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid, de beschikbaarheid van voldoende zoet water en het versterken van de landschappelijke diversiteit (en in verlengde daarvan de biodiversiteit). Daarbij zullen nadrukkelijk de relaties en verbanden gezocht worden met o.a. het (agrarisch) natuurbeheer, maar ook met de andere opgaves zoals de klimaatopgave en de voedselagenda. De provinciale grondbank en het bijbehorende kavelruilinstrumentarium worden ingezet ter ondersteuning van het beoogde veranderproces. Waar mogelijk wordt daarbij aangehaakt op ontwikkelingen op Nationaal (landbouwvisie Rijk, IBP-aanpak Vitaal platteland) en Europees niveau (bijv. het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid).