Uiteenzetting van de financiële positie

Toelichting op de ramingen uit de begroting en de meerjarenraming

Terug naar navigatie - Toelichting op de ramingen uit de begroting en de meerjarenraming

De ramingen van de posten uit zowel de begroting als uit het meerjarenperspectief zijn gebaseerd op:

  • Ervaringscijfers uit eerdere begrotingen en jaarrekeningen, tot en met 8e wijziging 2019;
  • Lopende beleidsnota’s;
  • Separate statenvoorstellen inclusief de bijlagen;
  • Geactualiseerde grondexploitatie (GREX);
  • Circulaires van de rijksoverheid, tot en met meicirculaire 2019;

Raming voor het begrotingsjaar van de financiële gevolgen van het in de programma’s opgenomen bestaande en nieuw beleid

Omdat in de begroting 2020 geen nieuw beleid is opgenomen wordt verwezen naar de tabel lasten en baten per programma.

Het nieuwe beleid en de gevolgen daarvan zijn opgenomen in de Zomernota 2019 en worden via een wijziging van de begroting 2020 verwerkt.

Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume

Terug naar navigatie - Jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume

Met de invoering van het Individueel Keuze Budget (IKB) in 2015 is deze jaarlijks terugkerende verplichting (onder andere vakantiegeld) niet meer aan de orde. De kosten en de uitgaven vallen in het betreffende begrotingsjaar. Hieronder vallen ook de werkelijke kosten die samenhangen met het persoonlijk opleidingsbudget (POB) van de medewerkers. Er is geen voorziening getroffen voor eventueel opgebouwde opleidingsrechten.

Investeringen

Terug naar navigatie - Investeringen

De investeringen; onderscheiden in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

De Provincie heeft onvoldoende liquide middelen om de investeringen met eigen middelen te financieren. De Provincie bevindt zich vanaf 2012 in een leensituatie. Dit wordt met name veroorzaakt door twee onderdelen:

  • de verwerving van de aandelen in de Westerscheldetunnel (WST),
  • de investering in de bouw van de Sluiskiltunnel (KKS).

De investering in de Sluiskiltunnel wordt gedekt uit het rendement van de Westerscheldetunnel, maar doordat het kasritme van de uitgaven eerder is dan de ontvangsten is hiervoor financiering benodigd. De benodigde financiering is aangetrokken in de vorm van een kasgeldfaciliteit, waarbij het renterisico grotendeels afgedekt wordt met een rente-instrument (renteswap). De rente over de middelen die hiervoor aangetrokken wordt, wordt cumulatief ten laste gebracht van het project KKS en WST, waardoor de investeringen en rentelasten exploitatieneutraal verloopt. Voor meer informatie over de financiering wordt verwezen naar de paragraaf financiering.