Werken bij Provincie Zeeland

Invloed op je leefomgeving

Terug naar navigatie - Invloed op je leefomgeving

Bij onze organisatie werken veel verschillende mensen met veel verschillende vaardigheden. Allemaal
hebben ze direct of indirect invloed op de leefomgeving. Onze medewerkers maken plannen en ze adviseren en ondersteunen ons provinciaal bestuur. Werken bij Provincie Zeeland betekent dat geen werkdag hetzelfde is. De verschillende thema’s waar we aan werken zorgen voor een gevarieerde en boeiende werkomgeving. Er zijn dan ook volop nieuwe uitdagingen en mogelijkheden voor persoonlijke en professionele groei. We zetten elk talent in voor de economische ontwikkeling, groei en vernieuwing van onze mooie provincie. Dit doen we samen met andere overheden, maatschappelijke organisaties, private partijen en met de inwoners van Zeeland.

Collega's Muriel en Simon

Simon Pouwelse werkt sinds drie jaar als eerste en tot voor kort enige specialist data science en data-analyse bij de Provincie Zeeland. Hij kijkt mee bij allerlei onderwerpen waar de Provincie Zeeland zich mee bezighoudt. Of dat nou toerisme is, stikstof of verkeer. “Ik onderzoek, analyseer en voorspel aan de hand van allerlei gegevens die wij verzamelen. En kijk waar data kan helpen bij beleid in de toekomst.”

Een van de projecten waar Simon aan werkt, is een samenwerking met het Zeeuws Archief. “Als Provincie moeten we steeds transparanter zijn. Op basis van de Wet Open Overheid (WOO) moeten we snel beleidsstukken kunnen overhandigen bij een aanvraag. Het bleek dat veel van onze archiefstukken bepaalde meta-data misten. Dat zijn gegevens zoals wie heeft het geschreven, wanneer is het geschreven en wat is het onderwerp. Zonder die meta-data moet je een stuk helemaal lezen om te weten of dat is wat je zoekt. Dat maakt het zoeken in het archief
een stuk lastiger.”

Baanbrekende vernieuwing
Simon kreeg de vraag hoe je dit probleem het beste kon oplossen. Op dat moment kwam het kunstmatige intelligentieprogramma Chat GPT online. “Een baanbrekende vernieuwing, waar ontzettend veel mee kan.” Al snel kreeg Simon de vraag van het archiefbeheer: “Kunnen wij met Chat GPT dat metadataproces automatiseren? Kunnen we bijvoorbeeld Chat-GPT samenvattingen laten maken van onze stukken? Helaas is dat niet mogelijk, want veel stukken zijn vertrouwelijk. En wat je in Chat GPT zet, wordt openbaar. Toen ontstond het idee om taalmodellen, zoals waar Chat GPT op draait, zelf in huis te halen. Zo konden we deze verder ontwikkelen voor onze eigen doeleinden.”

Lange adem
Simon ging met dit idee aan de slag, samen met collega Muriël Valckx van het Zeeuws Archief. “We hebben met de taalmodellen een eigen ‘tool’ gebouwd. Die analyseert een tekst en bepaalt vervolgens in welke taal deze is geschreven. Het programma noteert een paar steekwoorden en maakt een samenvatting. Het was een proces van de lange adem: we waren maanden bezig om een hele machine te bouwen. Stapje voor stapje konden we voor alle wettelijk verplichte informatie een model ontwikkelen. Daarmee kunnen we op verzoek snel ons archief doorzoeken en alle opgevraagde documenten vinden. Bovendien is hiermee beter onderscheid te maken tussen welk stuk vertrouwelijk is en welke niet.”

Verbeteren
Het model is sinds 1 februari online, vertelt Simon. Het komende jaar zal Muriël in workshops met eindgebruikers onderzoeken hoe het programma kan worden verbeterd en welke opdrachten het nog meer kan uitvoeren. “Niet alleen kunnen we hiermee straks alle WOO-verzoeken sneller en eerlijker afhandelen. Het is ook gemakkelijk te gebruiken voor gemeenten, het waterschap en de Veiligheidsregio, wanneer die bepaalde documenten nodig hebben. Wat wij hebben gemaakt blijkt zo vernieuwend te zijn, dat ook andere provincies en organisaties geïnteresseerd zijn.”

Altijd in beweging
‘Provincie Zeeland altijd in beweging’ vertaalt Simon meteen naar zijn eigen werk. “Data is altijd in beweging. We verzamelen steeds meer data en werken steeds digitaler. Al die informatie moet je goed verwerken en begeleiden. Er zijn altijd vernieuwingen om nog meer met die data te kunnen doen. Zo beschikken we nu bijvoorbeeld over data van satellietbeelden, die we onder andere kunnen gebruiken voor het volgen van begroeiing of van droogte. Dat is een heel nieuwe ontwikkeling. Zelf werk ik hier nu drie jaar als eerste data scientist en in het begin was het wel een beetje pionieren. Inmiddels heb ik laten zien wat er allemaal kan met data science. En het belang daarvan wordt zeker ingezien.”

Bij het verschijnen van dit Sociaal Jaarverslag werkt Simon elders en is Muriël hem opgevolgd als data scientist bij de Provincie Zeeland. Zo zie je, onze organisatie is en blijft altijd in beweging.

Collega's Romy en Marinka

Romy de Nooijer en Marinka Brasser houden zich bezig met grond en vastgoed in de provincie Zeeland. Als senioradviseur vastgoed en coördinator van het kavelruilbureau Zeeland zit Romy vooral in het buitengebied. Marinka praat als senior-adviseur vastgoed juist veel met gemeenten over nieuwbouw en renovatie.

Het kavelruilbureau zorgt ervoor dat de overheid maar één keer bij boeren om grond komt vragen, legt Romy uit. “Er liggen veel opgaven in het buitengebied, zoals natuurdoelen, agrarische structuurverbetering, infrastructuurprojecten, fietspaden en dijkversterkingen. We hebben contact met natuurbeheerders, grondeigenaren, gemeenten, waterschap en andere organisaties die grond nodig hebben. Door die vragen te bundelen kunnen we alle opgaven tegelijk oppakken. En komen die organisaties niet allemaal om de beurt om een stukje grond vragen bij de boeren.”

Kennis delen
Marinka werkt vooral in het bebouwd gebied. “Daar heeft de Provincie Zeeland geen eigen taak. Maar werken we samen met gemeenten en externe experts om kennis te delen. We werken onder andere met het Expertteam Woningbouw, Platform 31, het Kadaster, de Vereniging van Grondeigenaren en universiteiten. Gemeenten met een vraag over uitbreiding of herstructurering kunnen naar ons komen. We zoeken dan een expert die kan helpen. De kennis die daaruit komt, koppelen we terug naar de andere gemeenten. Vorig jaar had de gemeente Terneuzen bijvoorbeeld een groot plan bedacht voor verbetering van de binnenstad. Na advies van het expertteam konden zij het plan breder trekken, waardoor het nog aantrekkelijker werd. Inmiddels maakt de gemeente zichtbare vorderingen in de stad. Op dit moment ligt de focus erg op wonen in Zeeland. Dan organiseren we bijvoorbeeld een bijeenkomst om kennis te delen.”

Strategische grond
Romy kan heel nauwkeurig aangeven wat het kavelruilbureau in 2023 heeft gedaan. “Er zijn twaalf kavelruilen gepasseerd van in totaal 281 hectare, waar 68 deelnemers bij waren betrokken. Met die grond kan bijvoorbeeld in Borsele een landschapspark worden aangelegd. Het waterschap heeft 530 meter aan doelen van Kaderrichtlijn Water behaald, waardoor de waterkwaliteit verbetert. Daarnaast is 855 meter fietspad aangelegd bij Dreischor en 835 meter rondweg bij Hoedekenskerke, wat goed is voor de verkeersveiligheid. 1,75 Hectare is geruild voor een natuuropgave van de Provincie Zeeland zelf.”

Minder ver rijden 
Daarnaast is er veel gedaan voor de structuurverbetering van de landbouw. Dan gaat het om het bij elkaar brengen van landbouwpercelen, vormverbetering en afstand-verkorting. “Dat laatste heeft tot gevolg gehad dat boeren 31 kilometer minder hoeven te rijden naar hun landbouwgronden. Dit lijkt weinig, maar door alle kilometers bij elkaar op te tellen, wordt de CO2-uitstoot flink beperkt.” Verder heeft het kavelruilbureau nog veertien hectare strategische grond aangekocht, vertelt Romy. “Dat is belangrijk, om doelen in de toekomst te kunnen behalen. Want als je een stuk grond nodig hebt van een boer, dan wil die daar een ander stuk voor terug. Daarnaast gebruiken we deze grond om de landbouwstructuur op peil te houden. Dit is belangrijk voor de toekomst van de agrarische sector.”

Netwerken
Voor het stedelijk gebied werkt dit net iets anders. Marinka: “We zitten meer in de ‘soft skills’. Wat we het afgelopen jaar vooral deden, is gemeenten ondersteunen bij het opstellen van een woonzorgvisie en bijeenkomsten houden over het versnellen van woningbouw.” Romy: “team vastgoed organiseert ook veel cursussen en bijeenkomsten om kennis te vergroten. Bijvoorbeeld over pacht, kavelruil en de Omgevingswet. We gaan ook jaarlijks naar de Zeeuwse Dag in Den Haag om kennis te delen en te netwerken. Zo kunnen gemeenten, het Rijk en de Provincie Zeeland elkaar makkelijker vinden en samenwerken. Je doet het uiteindelijk voor de inwoner. Door kennis uit te wisselen hoeven gemeenten niet allemaal zelf het wiel uit te vinden. En het is onze rol als Provincie Zeeland om dat te organiseren.” Marinka: “Maar ook om te voorkomen dat kennis verdwijnt als oudere collega’s met pensioen gaan.”

Veilig verkeer
De inwoners van Zeeland merken zeker wat van het werk van Romy en Marinka. Romy: “Vooral de agrariërs gaan erop vooruit, door een efficiëntere bedrijfsvoering. Maar inwoners merken bijvoorbeeld dat er geen tractor meer door het dorp rijdt, waardoor het veiliger wordt. Bij Borsele komt door de aanleg van een wandelpark steeds meer natuur. En alles gaat op basis van vrijwilligheid. Dus boeren die eraan meedoen, zien er hun voordeel in. Anders doen ze niet mee.” Door de ondersteuning van gemeenten in het stedelijk gebied, worden plannen soms verbeterd, zegt Marinka. “Zoals in Terneuzen. Na het advies van het expertteam wordt de binnenstad levendiger en de woonwijk mooier. Dat is niet onze verdienste, maar het vonkje sloeg over om meer naar het grote geheel te kijken.”

Altijd in beweging
Wat voelen Romy en Marinka bij ‘Provincie Zeeland altijd in beweging’? “We zijn echte uitvoerders en zijn altijd in beweging. We zijn continu met grond aan het schuiven om maatschappelijke doelen te behalen en het creëren van win-winsituaties. En dat moet wel bewegen, anders gebeurt er weinig. Je kunt nog zoveel huizen willen bouwen of natuur aanleggen, maar zonder grond gaat dat niet lukken.

Collega Guus

Als senior beleidsadviseur milieu en coördinator van het project Kanaalzone is Guus Gabriëlse veel op pad in ZeeuwsVlaanderen. Hij overlegt er met gemeenten, bedrijven, organisaties en inwoners. Aanleiding voor dat overleg was het onderzoek naar de omgevingskwaliteit in de Kanaalzone.
“We kregen steeds meer klachten over geluid en stank. We wilden weten of de overlast breder speelde en wat we daaraan konden doen.”

De Provincie Zeeland voerde het onderzoek in verschillende fases uit. Dat gebeurde samen met de gemeente Terneuzen, de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD), de milieudienst Rijnmond DCMR, North Sea Port, Rijkswaterstaat en de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD). Een deel van het onderzoek bestond uit interviews met omwonenden. Door de coronacrisis heeft dat onderdeel wat vertraging opgelopen, want persoonlijke gesprekken gingen lastig in die tijd. Eind 2022 was het eindrapport gereed met daarin aanbevelingen voor de luchtkwaliteit, uitstoot, vergunningen, scheepvaart en ruimtelijke ordening. In 2023 hebben de Provincie Zeeland, gemeente Terneuzen en de omgevingsdiensten een werkgroep opgericht. Die ging met de aanbevelingen aan de slag.

Lampen anders richten
Een belangrijke wens was om daar de omwonenden van de Kanaalzone bij te betrekken, vertelt Guus. “Door gesprekken te voeren met bedrijven en omwonenden kunnen we meer begrip krijgen en de klachten beperken. Om zo mogelijk de beleving van de omgevingskwaliteit te verbeteren. Zo had een inwoner veel last van licht dat vanaf een bedrijf bij hem naar binnen scheen. In overleg kon het bedrijf die lampen iets anders richten, waardoor de overlast een stuk minder werd. Maar zo gemakkelijk is het niet altijd. De bedrijven werken allemaal volgens een vergunning. Zolang ze die niet overtreden, staan ze in hun recht, ook al veroorzaken ze dan toch overlast. Wij kijken of we in overleg met bedrijven oplossingen kunnen vinden. Daarnaast onderzoeken we of aanvullend beleid nodig en mogelijk is om bedrijven een extra stap te laten zetten. Ook wanneer ze al hebben voldaan aan alle eisen van de vergunning.”

Luchtmeetpunten
Behalve gepraat wordt er ook gemeten, vertelt Guus. “De klachten in de Kanaalzone hebben vooral te maken met geur, stof en geluid. Soms speelt verlichting een rol en daarnaast een algemeen gevoel van onveiligheid. Daarom hebben we luchtmeetpunten opgesteld. Daarmee kunnen we meten wat er in de lucht zit en waar het vandaan komt. En kunnen we omwonenden beter uitleggen wat er aan de hand is. Ook bespreken we met de GGD wat de metingen betekenen voor de gezondheid van omwonenden. En of we er iets aan moeten doen.” Voor 2024 heeft de werkgroep een uitvoeringsprogramma opgesteld. Daarmee gaan overheden, bedrijven en omwonenden aan de slag. “We organiseren een omgevingsdag en houden regelmatig een bijeenkomst, waar iedereen die wil meepraten welkom is. Daarnaast gaan we in gesprek met bedrijven over het verminderen van overlast. Bedrijven willen graag draagvlak voor hun activiteiten en ze vinden het niet fijn als er over hen wordt geklaagd. Daarom willen ze vaak wel meedenken.”

Steeds kritischer
Overlast door geur en lawaai ervaart iedereen anders. “En op zich voldoen alle bedrijven aan de gestelde milieunormen”, zegt Guus. “Alleen op sommige plekken, zoals bij Sluiskil, zitten veel bedrijven dicht op de woonwijken. Daar is lastig iets aan te doen. Daarnaast worden mensen steeds kritischer. Wat we vroeger normaal vonden, accepteren we nu niet meer. Het is een zoektocht om binnen de bestaande wet- en regelgeving verbeteringen te vinden.”

Altijd in beweging
‘Provincie Zeeland altijd in beweging’ betekent voor mij dan ook dat we altijd bezig zijn de situatie te verbeteren. En voor mijzelf betekent het dat ik niet op mijn bureaustoel blijf zitten. Dat heb ik nooit gedaan. Ik werk al twintig jaar bij de Provincie Zeeland en heb om de vijf jaar een andere rol.”