Deltaweg

Om de kwaliteit van dit grote project te waarborgen, is bij de start een IPM-team samengesteld. In dit team zijn de benodigde deskundigen voor deze fase van het project aanwezig. Bij de keuze voor het ingenieursbureau is bewust ingezet op continuïteit. Het bureau levert niet alleen technische expertise, maar kan ook flexibel worden ingezet en ondersteunende onderzoeken uitvoeren voor zowel het voorlopig als het definitief ontwerp. 

Het project maakt gebruik van de kwaliteitsmanagementsystemen, beheersoftware en technieken van het ingenieursbureau, naast de eigen methoden van de organisatie. Op die manier worden de kwaliteitsvereisten van het project geborgd. Ook is ervoor gezorgd dat de basisinformatie voor de definitiefase op orde is. 

In kwaliteit en kwantiteit is het projectteam op volledige sterkte.

Provinciale Staten hebben in de Voorjaarsnota 2024 een voorbereidingsbudget van € 2 miljoen beschikbaar gesteld voor de definitie- en ontwerpfase. Tot en met medio oktober 2025 is hiervan -afgerond - € 624.000 uitgegeven en voor € 539.000 aan verplichtingen vastgelegd. 

Het uiteindelijke krediet voor de voorbereiding en uitvoering hangt af van de verdere uitwerking van de benodigde maatregelen. Een officiële kredietaanvraag voor de werkzaamheden aan de weg wordt gedaan bij de overgang van de voorbereidingsfase naar de realisatiefase. 

Doorlopend wordt verkend welke externe financieringsbronnen beschikbaar zijn en hoe het investeringskrediet kan worden gedekt. Twee ontwikkelingen zijn hierbij relevant:

1. MIRT 
   Het Rijk heeft binnen het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) € 280 miljoen beschikbaar gesteld voor verbetering van het wegennet. Zuidwest-Nederland (Zuid-Holland en Zeeland) ontvangt daarvan € 40 miljoen. Het Rijk beoordeelt de Zeeuwse aanvraag positief en stelt een bijdrage van € 20 miljoen in het vooruitzicht, onder voorwaarde van € 20 miljoen cofinanciering door de provincie. In de Najaarsnota 2025 is voorgesteld alvast € 20 miljoen beschikbaar te stellen voor project Deltaweg. Besluitvorming over de rijksbijdrage volgt naar verwachting in november 2025 (BO MIRT). 
2. WoKT 
   Samen met de gemeente Goes is een propositie ingediend voor de regeling Woningbouw op Korte Termijn (WoKT), gericht op ontsluiting van woningbouwlocaties, waaronder het knooppunt Langeweg. Ook hierover wordt besluitvorming verwacht in november 2025 (BO MIRT). 

Op 5 juli 2024 hebben Provinciale Staten de startnotitie vastgesteld. Daarmee is het project officieel begonnen en de definitiefase gestart. 

Aan het einde van de definitiefase worden onder andere het projectplan en het voorlopig ontwerp opgeleverd. Bij het afsluiten van de definitiefase wordt een nieuwe planning aan Provinciale Staten voorgelegd voor de aankomende fasen. Het afsluiten van de definitiefase en overgang naar de ontwerpfase staat gepland voor eind 2025. 

Tijdens het bijwerken van de risico’s zijn deze voor de ontwerpfase niet substantieel gewijzigd. Met andere woorden: dezelfde risico’s zijn nog steeds actueel. 

Bij de start van de ontwerpfase is een uitgebreide inventarisatie van de risico’s uitgevoerd. Daarmee is in kaart gebracht welke belangrijke aandachtspunten en mogelijke obstakels er voor het project bestaan. De risico’s worden minimaal eens per drie maanden geactualiseerd. 

Na de laatste bijwerking zijn dit de belangrijkste risico’s voor de huidige ontwerpfase: 

• Onvoldoende betrokkenheid van de omgeving of stakeholders. 
  Als de omgeving of betrokken partijen niet voldoende worden meegenomen, kan het ontwerp later alsnog moeten worden aangepast. Dit kan leiden tot extra kosten of vertraging. Daarom wordt in de ontwerpfase veel aandacht besteed aan het betrekken van de omgeving. Het doel is dat het ontwerp breed wordt gedragen en tijdig bekend is bij de belanghebbenden. 

• Beperkte personele capaciteit binnen de projectorganisatie. 
  De projectorganisatie Deltaweg bestaat uit medewerkers van zowel de eigen organisatie als een extern ingenieursbureau. Als de beschikbare capaciteit onvoldoende is, kunnen werkzaamheden langer duren of van mindere kwaliteit zijn. Dit risico is goed in beeld. Om dit te beperken, wordt gezorgd voor extra ondersteuning en wordt bij personele wisselingen – intern en extern – actief en met prioriteit nieuw personeel geworven. 

Bij beide risico’s ligt de nadruk op het verkrijgen van inzicht: hoe groot is de kans dat ze optreden en welke maatregelen kunnen we vooraf nemen. Het projectteam schat de kans op het optreden van deze risico’s momenteel als laag in. 

In het projectplan dat ten behoeve van de faseovergang is opgesteld, en dat in december 2025 ter behandeling aan Provinciale Staten wordt voorgelegd, is gekeken naar de volledige omvang van het project. Daarbij zijn ook de risico’s voor de vervolgfases benoemd en toegelicht. 

Er wordt actief ingezet op omgevingsmanagement. In deze periode zijn vervolggesprekken met belanghebbenden gevoerd. Deze gesprekken blijven ook in de volgende fasen een integraal onderdeel van het omgevingsmanagement. 

In september heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden met de gemeenten Goes en Noord-Beveland, waarin de voorkeursvariant voor het Voorlopig Ontwerp is gepresenteerd. Daarnaast is in september de laatste bijeenkomst van de klankbordgroep gehouden. Tijdens deze bijeenkomst zijn de ontwerpen toegelicht en hebben de klankbordgroep-leden per wegvak aandachtspunten en suggesties meegegeven. 

De uitkomsten van het bestuurlijk overleg, de klankbordgroep en de gesprekken met belanghebbenden vormen waardevolle input voor de verdere uitwerking van het Voorlopig Ontwerp en de afronding van de definitiefase. In november vindt een inloopavond plaats waar alle belanghebbenden welkom zijn om zich te laten informeren over de ontwerpen en de verdere planning van het project.